Translation of "Douter" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Douter" in a sentence and their dutch translations:

Comment oses-tu douter de moi !

Hoe durf je aan mij te twijfelen!

Douter de soi est le premier signe d'intelligence.

Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.

- Je commençai à douter de l'exactitude de sa déposition.
- Je commençai à douter de la justesse de sa déclaration.

Ik begon te twijfelen aan de waarheid van zijn getuigenis.

Pour croire avec certitude, il faut commencer par douter.

Om met zekerheid te geloven, moet men beginnen te twijfelen.

J'ai commencé à douter de la justesse de son propos.

- Ik begon te twijfelen aan de waarheid van zijn verklaring.
- Ik begon te twijfelen aan de waarheid van zijn getuigenis.

Ou je peux même vouloir douter de la climatologie elle-même

Of ik kan de hele klimaatwetenschap in twijfel gaan trekken.

Comme vous pouviez vous en douter, des langues différentes ont des mots différents pour les couleurs.

Zoals je zou verwachten hebben verschillende talen verschillende woorden voor kleuren.