Translation of "Roepen" in Spanish

0.004 sec.

Examples of using "Roepen" in a sentence and their spanish translations:

Hij begon te roepen.

Él empezó a gritar.

Ik denk we Tom moeten roepen.

Creo que deberíamos llamar a Tom.

Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?

Te ves pálida. ¿Debería llamar al doctor?

En roepen hun zetten naar elkaar door het maaltijdluikje --

y juegan a través de los orificios de la comida.

Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.

Si encuentro tu pasaporte te llamo inmediatamente.

Dus roepen we de helikopter en gaan we snel naar het ziekenhuis.

debemos llamar al helicóptero para que lo lleve al hospital.

Hoeveel informatie is er nou nodig om zo'n beeld op te roepen?

Entonces, ¿cuánta información nos hace falta para crear esta imagen?

Ze roepen op een frequentie die door het normale geluid heen gaat.

Llama a una frecuencia que corta el ruido general.

- Ik denk dat je Tom moet roepen.
- Ik denk dat je Tom moet opbellen.

Creo que tienes que llamar a Tom.

Het is de enige manier om deze cultuur van nepnieuws een halt toe te roepen.

Es la única forma de frenar esta cultura de noticias falsas.

Hoop is een zachte stem die "misschien" fluistert, als de hele wereld "nee!" lijkt te roepen.

La esperanza es una vocecita que susurra " tal vez" cuando parece que el mundo entero está gritando ¡no!

- Ik zal je roepen wanneer ik tijd heb.
- Ik bel je op wanneer ik tijd heb.
- Ik telefoneer je wanneer ik tijd heb.

Te voy a llamar cuando tenga tiempo.

- Hij zou juist in slaap gevallen zijn, toen hij iemand zijn naam hoorde roepen.
- Hij stond op het punt in slaap te vallen, toen hij hoorde dat iemand zijn naam zei.

Estaba a punto de dormirse cuando oyó que alguien decía su nombre.