Translation of "Gezin" in Spanish

0.078 sec.

Examples of using "Gezin" in a sentence and their spanish translations:

Mijn gezin leed.

Mi familia estaba sufriendo.

...kan het gezin eten.

la familia puede darse un festín.

Heb je een gezin?

- ¿Tienes familia?
- ¿Tenés familia?

Waar is je gezin?

- ¿Dónde está su familia?
- ¿Dónde está tu familia?

Ik heb geen gezin.

No tengo familia.

Hij mist zijn gezin.

Él echa de menos a su familia.

Waar is mijn gezin?

¿Dónde está mi familia?

Je moet je gezin beschermen.

Debes proteger a tu familia.

- Het ganse gezin lag ziek in bed.
- Het hele gezin lag ziek in bed.

Toda la familia estaba enferma y en cama.

Tijd om haar gezin te voeden.

Es hora de alimentar a su familia.

Omdat ze hun gezin moeten onderhouden.

porque tienen que mantener a la familia

Ze kookt graag voor haar gezin.

- Le gusta cocinar para su familia.
- A ella le gusta cocinar para su familia.

Iedereen in zijn gezin is groot.

En su familia todos son altos.

Hij kookt graag voor zijn gezin.

A él le gusta cocinar para su familia.

Het gezin woont in een joert.

La familia vive en una yurta.

Hoe gaat het met je gezin?

- ¿Cómo está tu familia?
- ¿Cómo le va a tu familia?
- ¿Qué tal tu familia?

Het gezin at 's avonds samen.

- La familia cenó junta.
- La familia cenó reunida.

Mijn gezin bestaat uit vier personen.

Mi familia consiste de cuatro personas.

Ik kom uit een groot gezin.

Vengo de una familia grande.

Kom je uit een muzikaal gezin?

- ¿Vienes de una familia de músicos?
- ¿Desciendes de una familia de músicos?

Het gezin kijkt samen een film.

Juntos, la familia mira una película.

Iedereen in mijn gezin staat vroeg op.

Todos en mi familia se levantan temprano.

In mijn gezin zijn er negen personen.

En mi familia hay nueve personas.

Tom is de jongste in zijn gezin.

Tom es el más joven en su familia.

Hij bekommerde zich helemaal niet om zijn gezin.

Él no se preocupaba en lo absoluto por su familia.

- Ze hebben een gezin.
- Ze hebben een familie.

- Tienen familias.
- Ellos tienen familias.

Er waren zes kinderen in het gezin Evans.

Había seis niños en la familia Evans.

Hij kreeg een uitkering voor zichzelf en zijn gezin.

Y logró ese beneficio por discapacidad para él y su familia.

We voelden ons, als gezin, financieel en emotioneel verwoest.

Nos sentimos, como familia, devastados financiera y emocionalmente.

- We zijn haast een gezin.
- We zijn nagenoeg familie.

Somos prácticamente de la familia.

Hij werkt hard om zijn groot gezin te onderhouden.

Él trabaja duro para alimentar a su gran familia.

Voor een nieuw gezin biedt de nacht een andere uitdaging.

Para una familia nueva, la noche plantea un reto diferente.

Ze heeft haar geld, haar gezin en haar vrienden verloren.

Ella perdió su dinero, su familia, sus amigos.

- Ik heb een grote familie.
- Ik heb een groot gezin.

Tengo una familia numerosa.

Mijn gezin is alles wat voor mij van belang is.

Mi familia es todo lo que me importa.

- Vertel mij iets over uw gezin.
- Vertel mij iets over je gezin.
- Vertel mij iets over jouw gezin.
- Vertel mij iets over uw familie.
- Vertel mij iets over je familie.
- Vertel mij iets over jouw familie.
- Vertel mij iets over jullie familie.
- Vertel mij iets over jullie gezin.

Cuéntame algo acerca de tu familia.

- Vertel mij iets over je gezin.
- Vertel mij iets over jouw gezin.
- Vertel mij iets over je familie.
- Vertel mij iets over jouw familie.

Cuéntame algo acerca de tu familia.

En moest ik extra maatregelen nemen om mijn gezin te beschermen.

y tuve que tomar precauciones adicionales para proteger a mi familia.

Maar voorlopig... ...heeft dit gezin de langste nacht op aarde overleefd.

Pero, por ahora, esta familia sobrevivió a la noche más larga de la Tierra.

- Je moet je gezin beschermen.
- Iedereen moet zijn eigen familie beschermen.

Todos deben proteger a su propia familia.

Het is niet gemakkelijk de jongste in het gezin te zijn.

No es fácil ser el más joven de la familia.

Voor mij zijn dat drie zaken. Ik put kracht uit mijn gezin.

Y siempre son las mismas tres cosas. Saco fuerzas de mi familia.

De perfecte plek om een gezin te beginnen tijdens de lange winternacht.

El lugar perfecto para tener una nueva familia durante la larga noche de invierno.

Door een lichte verkoudheid kon ik niet met mijn gezin naar Ibusuki.

Un leve resfriado me impidió el ir a Ibusuki con mi familia.

- Hoe is het met uw familie?
- Hoe gaat het met je gezin?

¿Cómo está tu familia?

De moeder maakte soep in een grote pot voor het hele gezin.

La madre hizo sopa en una gran olla para toda la familia.

- Hoe gaat het met de familie?
- Hoe gaat het met je gezin?

¿Cómo está la familia?

- Tom weet niets over de familie van Maria.
- Tom weet niets over Maria's gezin.

Tom no sabe nada de la familia de Mary.

En dat mijn gezin sterker en gelukkiger is omdat hij in ons midden is.

y mi familia es más fuerte y feliz gracias a él.

Elke maandag waste mevrouw Evans alle kleren van het gezin in de zinken badkuip.

Cada lunes, la señora Evans lavaba toda la ropa de la familia en el bañera de cinc.

In dit land is het gemiddeld aantal kinderen per gezin gedaald van 2 naar 1,5.

En este país el número medio de hijos por familia cayó de 2 a 1.5.

Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.

Todas las familias felices se parecen unas a otras, cada familia infeliz es infeliz a su modo.

Het is zo lang geleden sinds ik voor de laatste keer met mijn gezin naar Disneyland ben geweest.

Ha pasado tanto tiempo desde la última vez que fui a Disneyland con mi familia.

- Ze heeft haar geld, haar gezin en haar vrienden verloren.
- Ze heeft haar geld, haar familie en haar vrienden verloren.

Ella perdió su dinero, su familia, sus amigos.

Eten met een gezin in Peking, skilopen met een goede vriend in Polen, met een hartsvriendin in Belgrado wonen - dat zou ik zeker niet gedaan hebben zonder Esperanto.

Comer con una familia en Pekín, esquiar con un buen amigo en Polonia, convivir con una buena amiga en Belgrado - son cosas que seguramente no habría hecho sin el esperanto.