Translation of "Telefoneren" in Japanese

0.004 sec.

Examples of using "Telefoneren" in a sentence and their japanese translations:

Waar kunnen we telefoneren?

電話はどこでできる?

Is hij klaar met telefoneren?

電話もうおすみですか。

Is telefoneren na 9 uur goedkoper?

9時以降に電話した方が安いですか。

"Mag ik telefoneren?" "Ja, doe maar."

「お電話をお借りしてもいいですか」「どうぞ、どうぞ」

Met wie was je aan het telefoneren?

誰と電話で話していたのですか。

Vraag hem alstublieft om naar mij te telefoneren.

彼に電話をくれるように頼んで下さい。

- Ik moet even telefoneren.
- Ik moet een telefoontje doen.

- 電話を掛けなければなりません。
- 電話しないといけないの。

- Ik wil hem telefoneren, hebt ge zijn nummer?
- Ik wil hem opbellen. Heb jij zijn nummer?

彼と連絡を取りたいんだが、電話番号知っているかい?