Translation of "Waar" in Japanese

Waar?

どこ？

- Waar is hij?
- Waar zijn ze?
- Waar is het?
- Waar is ze?

- 彼はどこだ？
- 彼らはどこですか。

- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar wonen jullie?
- Waar woont u?

- どこに住んでいますか。
- どちらにお住まいですか。

- Waar verblijf je?
- Waar verblijft u?
- Waar verblijven jullie?

- 今、どこにお泊りですか。
- どちらに御泊りですか。
- どちらにご滞在ですか？

- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar woont u?

- どこに住んでいますか。
- 君はどこに住んでいるのですか。
- 君の住まいはどこですか。
- どちらにお住まいですか。
- どこに住んでいるんですか。
- きみはどこに住んでいますか。
- どこにお住まいですか。
- お住まいはどちらですか。

- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?

どこにいたの？

- Waar waren jullie?
- Waar zaten jullie?
- Waar hebben jullie gezeten?

どこにいたの？

- Waar zijn we?
- Waar zijn wij?

我々はどこにいますか？

- Waar woont hij?
- Waar woont ie?

彼は何処に住んでいますか。

- Waar ben je?
- Waar is hij?

彼はどこだ？

- Waar ben je?
- Waar zijn jullie?

- どこにいますか？
- あなたはどこですか。
- どこにいるの？

- Waar is hij?
- Waar zit hij?

彼はどこだ？

- Waar woon je?
- Waar woont gij?

- どこに住んでいますか。
- 君はどこに住んでいるのですか。

- Waar ben je?
- Waar zijt ge?

どこにいますか？

- Waar waren jullie?
- Waar was je?

どこにいたの？

- Waar ga je heen?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u naartoe?
- Waar gaat u heen?
- Waar gaan jullie heen?

- どこに行きますか？
- どちらに行くのですか。
- どちらが先に行くのですか。
- どこに行きますか。
- どことどこへ行く予定ですか。
- どこ行くの？
- どこへ行くの？

Echt waar.

本当にそう思います

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar ga je naartoe?
- Waar gaat u heen?

- どこに行きますか？
- どちらに行くのですか。
- どちらが先に行くのですか。
- どこに行きますか。
- どことどこへ行く予定ですか。
- どこに行くの？
- あなたはどこに行くのですか？
- どこへ行くの。
- どこへ行きますか。
- どこ行くの？
- どちらへ行かれますか？

- Waar zit jouw kleindochter?
- Waar is jouw kleindochter?
- Waar is jouw kleindochtertje?
- Waar zit jouw kleindochtertje?
- Waar is uw kleindochter?

あなたの孫はどこ？

- Waar ging je heen?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar zijn jullie geweest?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?

- どこ行ってきたの？
- どちらにいらしてたんですか？
- どこ行ってたの？
- どこに行っていたのですか？

- Waar zijn je spullen?
- Waar zijn jouw spullen?
- Waar zijn uw spullen?
- Waar zijn jullie spullen?

君の持ち物はどこにあるのですか。

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar gaat u naartoe?

- あなたは何処へ向かっているのですか。
- どちらへ行かれますか？

- Waar speelt gij tennis?
- Waar tennissen jullie?

あなたはどこでテニスをしますか。

- Echt?
- Echt waar?
- Echt!?
- Is dat waar?

- 本当？
- 本当に？
- まじで？

- Waar is jouw huis?
- Waar is uw huis?
- Waar is jullie huis?

- お宅はどちらですか？
- おたく、どこ住み？
- 家はどこ？

- Waar hou je van?
- Waar houdt u van?
- Waar houden jullie van?

- 君は何が好きですか。
- 何がお好きですか。
- あなたは何が好きですか。

- Waar wil je heen?
- Waar willen jullie heen?
- Waar wilt u heen?

- 君は一体何を言おうとしているのか。
- 何をなさるつもりですか。
- なにが言いたいのですか。
- どうするつもりなのか。

- Waar is het inlichtingenloket?
- Waar is de informatiebalie?
- Waar is de infobalie?

案内所はどこにありますか。

- Waar koop je groenten?
- Waar kopen jullie groenten?
- Waar koopt u groenten?

あなたは、どこで野菜を買っていますか？

- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
- Waar is de badkamer?

- 風呂場はどこですか。
- トイレはどこにあるのでしょうか。
- トイレはどこですか。
- お手洗いはどこですか。

- Waar wil je zitten?
- Waar willen jullie zitten?
- Waar wilt u zitten?

どこに座りたい？

- Waar woon je nu?
- Waar woont u nu?
- Waar woon je tegenwoordig?

- 今何処に住んでいますか。
- 現在はどちらにお住まいですか。
- 今、どこに住んでるの？

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
- Waar ga je naartoe?

- どこに行きますか？
- どこに行くの？
- あなたはどこに行くのですか？
- どこ行くの？
- どこへ行くの？

- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?
- Waar komen jullie vandaan?

- ご出身はどちらですか。
- 出身はどちらですか。
- 御出身はどちらですか。
- どちらのご出身ですか？
- ご出身はどこですか。

- Waar zijn uw paarden?
- Waar zijn jullie paarden?
- Waar zijn jouw paarden?

あなたの馬はどこ？

- Waar zijn jouw ooms?
- Waar zijn jullie ooms?
- Waar zijn uw ooms?

あなたのおじさんはどこ？

- Waar is het toilet?
- Waar is de plee?
- Waar is de wc?

トイレはどこですか。

- Waar ben je geboren?
- Waar bent u geboren?

あなたはどこで生まれましたか?

- Waar woon je nu?
- Waar woont u nu?

- 今何処に住んでいますか。
- 今、どこに住んでるの？

- Waar zijn je kleinkinderen?
- Waar zijn jouw kleinkinderen?

あなたの孫たちはどこ？

- Waar is jouw hond?
- Waar is je hond?

あなたの犬はどこですか。

- Waar woon je eigenlijk?
- Waar woont gij eigenlijk?

- ところで、君はどこに住んでいるの。
- ところで、お住まいはどちらですか。
- ところで、君はどこに住んでるの？

- Waar is je vader?
- Waar is jullie vader?

あなたのお父様はどこにいらっしゃいますか？

- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?

どこ行くの？

- Waar is de plee?
- Waar is de wc?

- トイレはどこにあるのでしょうか。
- トイレはどこですか。

- Waar is de wc?
- Waar is de badkamer?

風呂場はどこですか。

- Waar kom je vandaan?
- Waar komt u vandaan?

- ご出身はどちらですか。
- 出身はどちらですか。
- 御出身はどちらですか。
- 君の国はどこですか。
- どちらのご出身ですか？
- どこのご出身ですか。
- ご出身はどこですか。
- あなたは何処から来ましたか。
- あなたはどちらの出身ですか。

- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?

- トイレはどちらでしょうか。
- トイレはどこにあるのでしょうか。
- トイレはどこですか。
- トイレは、どこにありますか。

- Van waar kwamen ze?
- Waar kwamen ze vandaan?

彼らはどこから来たの。

- Waar is de tandpasta?
- Waar is er tandpasta?

歯磨き粉はどこにありますか？

- Waar zit Tom verstopt?
- Waar verstopt Tom zich?

トムはどこに隠れてるんだ？

- Waar koop je buskaartjes?
- Waar koopt men buskaartjes?

バスの切符はどこで買うんですか？

- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?

あなたはどこに行くところでしたか。

- Waar is je kamer?
- Waar is jullie kamer?

あなたの部屋はどこですか。

- Waar wilt ge naartoe?
- Waar wil je heen?

どこに行きたいですか。

- Waar wacht je op?
- Waar wacht u op?

- 何を待っているんだ？
- 何を待ってるの？
- 何待ってるの？

- Waar is jouw kleinzoon?
- Waar is uw kleinzoon?

あなたの孫はどこ？

- Waar ga je heen?
- Waar ga je naartoe?

どこに行きますか？

- Waar gaan ze heen?
- Waar gaan ze naartoe?

どこ行くの？

Waar is hij?

どこだ？

Herbebossing waar mogelijk,

可能な時にはいつでも森の復元に務め

- Echt?
- Echt waar?

- 意外だねー。
- マジか。

Waar is Parijs?

パリはどこにありますか。

Waar is Tony?

トニーはどこだ。

Waar werk je?

- どこで働いてるの？
- あなたはどこに勤めていますか。
- あなたはどこで働いていますか。

Dat is waar.

本当ですよ。

Waar woont hij?

- 彼は何処に住んでいるのですか。
- 彼はどこに住んでいますか。
- 彼は何処に住んでいますか。

Waar woont gij?

- どちらにお住まいですか。
- どこに住んでいるんですか。
- きみはどこに住んでいますか。
- お住まいはどちらですか。

Is het waar?

それ本当？

Waar is iedereen?

みんなはどこ？

Waar is Tom?

トムはどこ？

Waar zijn ze?

彼らはどこですか。

Waar ben ik?

- 私はどこにいるの？
- 僕はどこにいるの？
- ここどこ？
- ここはどこ？

Is dat waar?

これは本当ですか。

Waar ben je?

どこにいますか？