Translation of "Zijt" in Arabic

0.003 sec.

Examples of using "Zijt" in a sentence and their arabic translations:

Zijt ge zeker dat ge niets vergeten zijt?

هل أنت متأكد أنك لم تنسَ شيئاً؟

Zijt ge allemaal klaar?

- هل الجميع جاهز؟
- هل كلكم جاهزون؟

Goeiedag! Zijt gij Jackie Scott?

صباح الخير. هل أنت جاكي سكوت؟

Waarom zijt ge zo gehaast?

لماذا أنت في عجلة من أمرك هكذا؟

Ge zijt te vriendelijk voor mij.

- أنت لطيفٌ جداً معي.
- أنت لطيفٌ للغاية معي.

Zijt ge alleen naar hier gekomen?

هل جئت وحدك؟

- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?

هل أنت وحدك؟

Zijt ge een brief aan het schrijven?

هل تكتب رسالة الآن؟

Zijt ge al eens in Amerika geweest?

- هل سبق أن ذهبت إلى أمريكا؟
- هل زرت أمريكا من قبل؟

- Zijt gij Tom niet?
- Ben jij Tom niet?

ألست طوم؟

- Gij zijt nieuwe studenten.
- Jullie zijn nieuwe studenten.

أنتم طلبة جدد.

- Ge zijt mijn vriend.
- Je bent mijn vriend.

أنت صديقي.

- Zijt ge niet gelukkig?
- Bent u niet gelukkig?

ألست سعيداً؟

- Waar ben je?
- Waar zijt ge?
- Waar zijn jullie?

أين أنت ؟

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.

أنتِ جميلة

- Waarom ben je naar Japan gekomen?
- Waarom zijt ge naar Japan gekomen?

لماذا أتيت إلى اليابان؟

- Wie bent u?
- Wie zijt gij?
- Wie zijn jullie?
- Wie ben jij?

- من أنت؟
- من أنتِ؟

- Zijt ge student?
- Bent u student?
- Bent u studente?
- Ben je student?

- هل أنت طالب؟
- هل أنت تلميذ؟
- هل أنت تلميذة؟

- Zijt ge al eens op Hawaï geweest?
- Hebt ge Hawaï al eens bezocht?

هل سبق لك أن زرت هاواي؟

- Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?
- Wanneer ben je begonnen Duits te leren?

- متى بدأت تتعلم اللّغة الألمانية؟
- متى بدأت تعلّم الألمانية؟

- Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
- Het verheugt me je terug te zien.

سررت بعودتك.

- Gij zijt jong. Ik daarentegen ben heel oud.
- Jij bent jong. Ik daarentegen, ben heel oud.

أنت شاب. أما أنا -فعلى العكس- طاعن في السن.

- Weet je het zeker?
- Zijt ge zeker?
- Weet u dat zeker?
- Weten jullie het zeker?
- Ben je zeker?

- هل أنت متأكد؟
- أأنت متأكد من ذلك؟

- Ik weet dat je rijk bent.
- Ik weet dat ge rijk zijt.
- Ik weet dat u rijk bent.
- Ik weet dat jullie rijk zijn.

أنا أعلم أنك غني