Translation of "Schrijven" in Russian

0.008 sec.

Examples of using "Schrijven" in a sentence and their russian translations:

Blijf schrijven.

- Продолжай писать.
- Продолжайте писать.

Ze schrijven.

Они пишут.

Jullie schrijven.

Вы пишете.

- We zijn aan het schrijven.
- Wij schrijven.

Мы пишем.

Dichters schrijven gedichten.

Поэты пишут стихи.

Begin met schrijven.

- Начинай писать.
- Начинайте писать.

Ik moet schrijven.

Я должен писать.

Kunt u schrijven?

- Вы умеете писать?
- Ты умеешь писать?

Tom begon te schrijven.

Том начал писать.

Thomas houdt van schrijven.

Том любит писать.

schrijven woorden, zeggen woorden,

пишет слова, говорит слова,

Ik kan niet schrijven.

Я не умею писать.

- Ik ben het schrijven moe.
- Ik ben moe van het schrijven.

- Я устал писать.
- Я устала писать.

- Ik wens veel zinnen te schrijven.
- Ik wil veel zinnen schrijven.

Я хочу написать много предложений.

- Ik ben het schrijven moe.
- Ik ben het zat om te schrijven.
- Ik heb geen zin meer om te schrijven.
- Ik ben moe van het schrijven.

Я устал писать.

- Ik zal morgen een brief schrijven.
- Ik ga morgen een brief schrijven.

Я напишу письмо завтра.

Ik moet een brief schrijven.

Мне надо написать письмо.

Alstublieft met een potlood schrijven.

- Пожалуйста, пишите карандашом.
- Пиши карандашом, пожалуйста.
- Пишите карандашом, пожалуйста.

Hij zal een brief schrijven.

Он будет писать письмо.

Moet ik een brief schrijven?

- Я должен написать письмо?
- Я должна написать письмо?

Ik wil een boek schrijven.

Я хочу написать книгу.

Ik wil een artikel schrijven.

Я хочу написать статью.

Hij gaat een brief schrijven.

Он напишет письмо.

Mijn moeder haat brieven schrijven.

- Моя мать ненавидит писать письма.
- Моя мать терпеть не может писать письма.

Hij kan lezen en schrijven.

Он умеет читать и писать.

We zullen een brief schrijven.

Мы напишем письмо.

Ik ga een brief schrijven.

Я буду писать письмо.

Ze was aan het schrijven.

Она писала.

Kun je lezen en schrijven?

- Ты умеешь читать и писать?
- Вы умеете читать и писать?

Tom kan lezen noch schrijven.

Том не умеет ни читать, ни писать.

Je moet een brief schrijven.

- Ты должен написать письмо.
- Ты должна написать письмо.
- Вы должны написать письмо.

Spiekbriefjes schrijven is zeer nuttig.

Шпаргалки писать очень полезно.

Jij moet een boek schrijven!

Тебе книгу надо написать!

Zeg me wat ik moet schrijven en ik zal het schrijven voor je.

Скажи мне, что написать, и я тебе напишу.

Ik wil iets om te schrijven.

Мне нужно что-нибудь, на чём можно писать.

Iedereen kan zijn eigen naam schrijven.

Все знают, как писать своё имя.

Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.

Он с трудом может написать своё имя.

Ze kan niet lezen of schrijven.

- Она не умеет ни читать, ни писать.
- Она не умеет читать и писать.

Ik wens veel zinnen te schrijven.

Я хочу написать много предложений.

Ik ga morgen een brief schrijven.

Я напишу письмо завтра.

Hij kan met beide handen schrijven.

- Он может писать любой рукой.
- Он умеет писать обеими руками.
- Он может писать обеими руками.

Wat ben je aan het schrijven?

- Что ты пишешь?
- Что вы пишете?
- Что пишешь?
- Что пишете?

Ik zal je een brief schrijven.

Я напишу тебе письмо.

Tom is iets aan het schrijven.

Том что-то пишет.

Ik leer hoe je moet schrijven.

Я учусь писать.

Hij kan Frans spreken en schrijven.

Он говорит и пишет на французском.

Ik begon het boek te schrijven.

Я начал писать книгу.

Verbeteren is soms moeilijker dan schrijven.

Иногда исправить сложнее, чем написать заново.

Vergeet niet om ons te schrijven!

- Не забывайте писать нам.
- Не забывайте нам писать.

Vader is bezig brieven te schrijven.

Мой отец занят написанием писем.

Ik zal Tom een brief schrijven.

Я напишу Тому письмо.

Ze leerde mij een gedicht schrijven.

Она научила меня писать стихи.

- Ik heb iets nodig om te schrijven.
- Ik heb iets nodig om mee te schrijven.

Мне нужно что-нибудь, чем можно писать.

- Hij heeft een schrijfknobbel.
- Hij kan ongelooflijk goed schrijven.
- Hij heeft een gave om te schrijven.

Он талантливый писатель.

Dat je van plan was te schrijven.

которое ты планировал написать.

En na maanden van fanatiek voorstellen schrijven

Спустя месяцы упорного составления планов,

Ik kan Chinees praten, maar niet schrijven.

Я умею разговаривать по-китайски, но не писать.