Translation of "Ben" in Arabic

0.010 sec.

Examples of using "Ben" in a sentence and their arabic translations:

- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.
- Ik ben uitgeput.

أنا متعب جداً.

- Ik ben arts.
- Ik ben geneesheer.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.

أنا طبيب.

- Ik ben arts.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.

أنا طبيب.

- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.

- أنا متزوج.
- أنا متزوجة.

- Ik ben Chinees.
- Ik ben Chinese.

أنا صيني

- Ik ben Hongaar.
- Ik ben Hongaarse.

أنا مجرية.

- Ik ben opmerkzaam.
- Ik ben oplettend.

أنا شديد الملاحظة.

- Ik ben Duits.
- Ik ben Duitse.

أنا ألماني.

- Ik ben gelukkig.
- Ik ben blij.

أنا سعيد

- Ik ben Braziliaanse.
- Ik ben Braziliaan.

أنا برازيلي.

- Ik ben homo.
- Ik ben gay.

أنا مثلي الجنس

- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."

"كم عمرك؟" "ستة عشر عاماً"

- "Hou oud ben je?" "Zestien."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."

"كم عمرك؟" "ستة عشر عاماً"

- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.

أنا حامل.

- Ik ben student.
- Ik ben een student.

أنا طالب

- Ik ben atheïst.
- Ik ben een atheïst.

أنا ملحد.

- Ik ben vertaler.
- Ik ben een vertaler.

أنا مترجم

- Ik ben in orde.
- Ik ben oké.

أنا بخير.

- Ik ben thuis.
- Ik ben weer thuis.

عدنا.

- Ik ben een buitenlander.
- Ik ben buitenlander.

أنا أجنبي.

- Ik ben je vriend.
- Ik ben uw vriend.
- Ik ben jullie vriend.

انا صديقك.

- Ben ik jouw vriend?
- Ben ik uw vriend?
- Ben ik jullie vriend?

- هل أنا صديقك؟
- هل أنا صديقتك؟

- Ik ben moe nu.
- Ik ben nu moe.

أنا متعب الآن.

- Ik ben ook leraar.
- Ook ik ben leraar.

أنا مدرس أيضاً.

- Ik ben 27 jaar oud.
- Ik ben 27.

عمري 27 سنة.

- Ik ben een kok.
- Ik ben een chef.

انا طباخ.

- Ik ben een vrouw.
- Ik ben een persoon.

- أنا امرأة.
- أنا امرأةٌ.

- Ik ben zo blij.
- Ik ben zo gelukkig.

أنا سعيد جداً.

"Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."

"كم عمرك؟" "ستة عشر عاماً"

Ik ben geschiedkundige

أنا مؤرِّخة،

Ik ben klimaatwetenschapper,

أنا خبيرة مناخ،

Ik ben artiest.

أنا فنان.

Ik ben kunstenaar.

الآن، أنا فنانة

"Ben jij flexibel?"

"هل أنت مرِن؟"

Ik ben bang.

أنا خائف.

Ik ben thuis.

- إني في المنزل.
- أنا في البيت.

Ben je klaar?

هل أنهيتها؟

Ik ben bedroefd.

أنا حزين.

Ik ben aangekomen.

أتيت.

Ik ben linkshandig.

أنا أيسر.

Ben je gewond?

هل أصبت بالرصاص؟

Ik ben Hongaars.

أنا مجرية.

Ik ben nieuwsgierig.

أود أن أعرف.

Ben je getrouwd?

هل انت متزوج؟

Ik ben lang.

أنا طويل.

Ben je gezond?

هل صحتك جيدة؟

Ik ben getrouwd.

أنا متزوجة.

Ik ben klaar.

- أنا مستعد.
- أنا مستعدة.

Ik ben moslim.

أنا مسلم

Ik ben arm.

أنا فقير.

Ik ben alleen.

أنا لوحدي.

Waar ben ik?

أين أنا؟

Ik ben ingenieur.

انا مهندس.

Ik ben saai.

انا ممل.

Ik ben gescheiden.

أنا مطلقة.

Ik ben ziek.

أنا مريض.

Ik ben vegetariër.

- أنا نباتي.
- أنا نباتية.

Waar ben je?

أين أنت ؟

Ben je kwaad?

هل أنت غاضب؟

Ik ben bezig.

- أنا مشغول.
- إنني مشغول.

Ik ben computerwetenschapper.

أنا مهندس حاسب آلي.

Ik ben toerist.

أنا سائح.

Ik ben verkouden.

- أصبت بالبرد.
- لدي زكام.
- أصبت بالزكام.
- لدي رشح.

Ik ben leraar.

- أنا مدرس.
- أنا مدرّسة.

Ik ben doodmoe.

أنا مُرهقٌ.

Ik ben zwanger.

انا حامل.

Wie ben ik?

من أنا؟

Ik ben werkloos.

أنا عاطل عن العمل.

Ik ben rijk.

أنا ثري.

Ik ben behoeftig.

أنا مسكين.

Ben je gay?

هل أنت مثلي الجنس؟

Ik ben hier.

أنا هنا

Ik ben moe.

أنا متعب.