Examples of using "Saberlo" in a sentence and their dutch translations:
Maar ik moest en zou het weten.
Ik wil het weten.
Dat zou je moeten weten.
Hij hoeft het niet te weten.
Hij hoeft het niet te weten.
Iedereen moet het weten.
Dat is goed om te weten.
waar je zelf geen weet van hebt.
Niemand kan alles weten.
Ik zou het voor de zekerheid willen weten.
Ik wil het ook weten!
- Men kan niet alles weten.
- Ik kan niet alles weten.
en we zullen nooit alles weten
- Ik weet het niet, en ik wil het niet weten.
- Ik weet het niet en wil ik ook niet weten.
Enkelen beweren alles te weten.
Ze deden alsof ze van niets wisten.
Ik ben nieuwsgierig.
Ik wil het ook weten!
Niemand kan alles weten.
Ik ben niet jong genoeg om alles te weten.
Ik moet het vóór half drie weten.
Beter ontdekken we dat nu, voordat we erin zitten.
Hoe had ik dat moeten weten?
Tom gelooft dat hij de wijsheid in pacht heeft.
Ik weet niet of je het zult halen, maar als het je lukt, wil ik de eerste zijn die het weet.
- Hij denkt dat hij alles weet.
- Hij gelooft dat hij alles weet.