Examples of using "Deberías" in a sentence and their dutch translations:
Je kan maar beter gaan.
Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
- Jij moet je excuses aanbieden.
- Je zou je moeten verontschuldigen.
Je zou jezelf moeten kennen.
Je zou het uit moeten doen.
- Je zou het uit moeten doen.
- Je zou het af moeten doen.
Je kunt maar beter een tijdje gaan slapen.
Je moet mij bedanken.
Je zou hem moeten bedanken.
Je zou je moeten schamen.
Je moet hem ontmoeten.
Je zou moeten eten.
- Je zou het me moeten vertellen.
- Je zou het me moeten zeggen.
Dat zou je moeten weten.
Je moet uit de buurt blijven van haar.
- Je zou niet alleen moeten gaan.
- Je moet niet alleen gaan.
Je moet voorzichtiger zijn.
- Ge zoudt minder moeten roken.
- Jij zou minder moeten roken.
- U zou minder moeten roken.
- Jullie zouden minder moeten roken.
- Je zou moeten sporten.
- U zou moeten sporten.
- Jullie zouden moeten sporten.
Je moet vroeg opstaan.
Jullie zouden dankbaar moeten zijn.
Ge hadt naar mij moeten luisteren.
Je zou onmiddellijk moeten beginnen.
Je zou beter moeten weten.
- Je moet naar me luisteren.
- Je zou naar me moeten luisteren.
Je moet je haar eens laten knippen.
Je had je moeten voorstellen.
Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
Je moet vroeg naar huis gaan.
Je zou je belofte moeten houden.
- Je zou dat nu moeten doen.
- Dat zou je nu moeten doen.
Je had hem de waarheid moeten vertellen.
Doe toch een jas aan.
Ik ben van mening dat u het zou moeten doen.
Je had niet tegen me moeten liegen.
- Je kan maar beter naar huis gaan.
- Je kunt beter naar huis gaan.
- Het is lekker. Je moet het eens proeven.
- Het is heerlijk. U moet het eens proberen.
Ge zoudt die zin moeten herschrijven.
Je zou zijn advies moeten opvolgen.
Ge zoudt een dokter moeten raadplegen.
Ge zoudt van deze gelegenheid moeten gebruikmaken.
Je moet voorzichtiger zijn.
Je had niet zo vlug moeten klaarkomen.
Je had hem de waarheid moeten zeggen.
Je moet proberen beleefder te zijn.
Je moet je vader helpen.
Je had dat niet moeten stelen.
Je moet hem niet uitlachen.
Ga nu maar naar huis.
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
Je zou een nieuwe auto moeten kopen.
Je moet vroeg naar huis gaan.
Ik denk dat je dit eens moet zien.
- Ge zoudt beter dadelijk beginnen.
- Je kunt beter meteen beginnen.
- Je zou niet zoveel ijs moeten eten.
- Jullie zouden niet zoveel ijs moeten eten.
- Ge zoudt niet te veel snoep mogen eten.
- Je zou niet te veel snoep moeten eten.
Doe een mantel aan.
- Ge zoudt moeten leren geduldig zijn.
- Je moet leren geduldig te zijn.
Je moet niet zo hard praten.
Je moet snel naar huis gaan.
Je moet met roken stoppen.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Ge zoudt die zin moeten herschrijven.
Ge moet altijd nadenken alvorens te spreken.
- Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen.
- Je moet voor je zieke moeder zorgen.
Je had hem met zijn werk moeten helpen.