Translation of "Puede" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Puede" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Puede esperar esto?
- ¿Esto puede esperar?
- ¿Puede esperar?

Kan het wachten?

Puede.

- Dat zal wel.
- Het zou kunnen.
- 't Is best mogelijk.
- Het zal best.
- Het kan zijn.

Se puede, el hombre puede.

Het is mogelijk. De mens kan het.

- Él puede cantar.
- Puede cantar.

Hij kan zingen.

- Nadie puede entenderle.
- Nadie puede entenderlo.
- Nadie puede comprenderlo.

Niemand kan hem begrijpen.

- ¿Puedes abrirlo?
- ¿Puede abrirla?
- ¿Puede abrirlo?

- Kun je het openen?
- Kunnen jullie het openen?
- Kunt u het openen?

- Puede ser caro.
- Puede ser costoso.

Het kan duur zijn.

- Nadie puede ayudarte.
- Nadie puede ayudarlos.

- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.

- Puede que lleves razón.
- Puede que tenga razón.
- Puede que tengas razón.
- Puede que tengáis razón.

Je zou wel eens gelijk kunnen hebben.

Puede comerse,

Dat kun je ook eten.

Puede creerme.

- Je mag me geloven.
- U kunt me geloven.
- U mag me geloven.

¿Puede hacerlo?

Kan hij het doen?

¿Puede verme?

- Kunt u me zien?
- Kan hij me zien?
- Kan zij me zien?

¿Puede vernos?

- Kan hij ons zien?
- Kan zij ons zien?
- Kunt u ons zien?

¿Puede ayudarme?

Zouden jullie me kunnen helpen?

Puede cantar.

Hij kan zingen.

¿Puede abrirla?

Kunt u het openen?

Puede hacerlo.

- Hij kan het doen.
- Zij kan het doen.

Puede hacerse.

- Het kan gedaan worden.
- Het is uitvoerbaar.

- No puede pararle.
- Ella no puede detenerlo.

Zij kan hem niet tegenhouden.

- Nadie puede ayudarte.
- Nadie te puede ayudar.

- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.

- Puede ser peligroso.
- Eso puede ser peligroso.

- Het kan gevaarlijk zijn.
- Dat kan gevaarlijk zijn.

- Nada nos puede detener.
- Nada puede detenernos.

- Niets kan ons tegenhouden.
- Niets kan ons stoppen.

Puede que vengan y puede que no.

Misschien komen ze, misschien komen ze niet.

- ¿Alguien puede ayudarme?
- ¿Alguien me puede ayudar?

Kan iemand me helpen?

- Puede que lleves razón.
- Puede que tenga razón.
- Puede que tengas razón.

Misschien heeft hij gelijk.

- Puede contener tuercas.
- Puede contener nueces.
- Puede contener restos de frutos secos.

Kan noten bevatten.

- Soportar puede ser insoportable.
- Aguantar puede ser inaguantable.
- Aguantar puede ser insoportable.

Verdragen kan onverdraaglijk zijn.

- No puede ser cierto.
- No puede ser verdad.
- Eso no puede ser verdad.

- Dat kan niet waar zijn.
- Dit kan onmogelijk waar zijn.
- Dit kan niet kloppen.
- Dat kan niet kloppen.

- Tom no puede caminar.
- Tom no puede andar.

Tom kan niet lopen.

- Tom no puede ayudarte.
- Tom no puede ayudaros.

- Tom kan je niet helpen.
- Tom kan u niet helpen.
- Tom kan jullie niet helpen.

- Soportar puede ser insoportable.
- Aguantar puede ser inaguantable.

Verdragen kan onverdraaglijk zijn.

- Nadie puede saberlo todo.
- Nadie puede saber todo.

Niemand kan alles weten.

- ¿Puede responder otra persona?
- ¿Puede alguien más responder?

Kan iemand anders antwoorden?

- Puede que tenga razón.
- Puede que tengas razón.

Misschien heb je gelijk.

- Un pájaro puede volar.
- Un ave puede volar.

Een vogel kan vliegen.

- Puede que lleves razón.
- Puede que tengas razón.

Misschien heb je gelijk.

Se puede, pero...

Het is mogelijk, maar...

Él puede venir.

Hij mag komen.

Puede que llueva.

- Het zal misschien regenen.
- Het gaat misschien regenen.
- Misschien gaat het regenen.
- Het kan gaan regenen.

¿No puede esperar?

Kan dat niet wachten?

Madonna puede cantar.

Madonna kan zingen.

¿Alguien puede ayudar?

- Kan iemand even helpen?
- Kan iemand helpen?

¡No puede ser!

Dat kan niet waar zijn!

Ella puede patinar.

- Ze kan schaatsen.
- Ze kan skaten.

Esto puede interesarte.

Dit zou u kunnen interesseren.

Tom puede nadar.

Tom kan zwemmen.

Puede ser útil.

Het kan nuttig zijn.

Puede ser peligroso.

Het kan gevaarlijk zijn.

Puede ser cierto.

- Dat zou waar kunnen zijn.
- Dat zou kunnen.

Fumar puede matar.

- Roken kan dodelijk zijn.
- Roken kan doden.

Nadie puede superarlo.

Niemand kan hem overtreffen.

Nadie puede sustituirte.

Niemand kan jou vervangen.

¿Alguien puede ayudarme?

Kan iemand me helpen?

Nadie puede ayudarme.

Niemand kan mij helpen.

Puede que venga.

Misschien komt ze.

Bob puede cocinar.

Laat Bob koken.

¿De verdad puede?

Kunt u dat echt?

Puede ser costoso.

- Het kan duur zijn.
- Het zou duur kunnen zijn.

Nadie puede entenderle.

Niemand kan hem begrijpen.

Él puede volar.

Hij kan vliegen.

Él puede cantar.

Hij kan zingen.

Tom puede ayudar.

Tom kan helpen.

Tom puede hablar.

Tom kan spreken.

Usted puede entrar.

U kunt binnenkomen.

Nadie puede entenderlo.

Niemand kan het verstaan.

Tom puede cocinar.

Tom kan koken.