Examples of using "Puede" in a sentence and their dutch translations:
Kan het wachten?
- Dat zal wel.
- Het zou kunnen.
- 't Is best mogelijk.
- Het zal best.
- Het kan zijn.
Het is mogelijk. De mens kan het.
Hij kan zingen.
Niemand kan hem begrijpen.
- Kun je het openen?
- Kunnen jullie het openen?
- Kunt u het openen?
Het kan duur zijn.
- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.
Je zou wel eens gelijk kunnen hebben.
Dat kun je ook eten.
- Je mag me geloven.
- U kunt me geloven.
- U mag me geloven.
Kan hij het doen?
- Kunt u me zien?
- Kan hij me zien?
- Kan zij me zien?
- Kan hij ons zien?
- Kan zij ons zien?
- Kunt u ons zien?
Zouden jullie me kunnen helpen?
Hij kan zingen.
Kunt u het openen?
- Hij kan het doen.
- Zij kan het doen.
- Het kan gedaan worden.
- Het is uitvoerbaar.
Zij kan hem niet tegenhouden.
- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.
- Het kan gevaarlijk zijn.
- Dat kan gevaarlijk zijn.
- Niets kan ons tegenhouden.
- Niets kan ons stoppen.
Misschien komen ze, misschien komen ze niet.
Kan iemand me helpen?
Misschien heeft hij gelijk.
Kan noten bevatten.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
- Dat kan niet waar zijn.
- Dit kan onmogelijk waar zijn.
- Dit kan niet kloppen.
- Dat kan niet kloppen.
Tom kan niet lopen.
- Tom kan je niet helpen.
- Tom kan u niet helpen.
- Tom kan jullie niet helpen.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Niemand kan alles weten.
Kan iemand anders antwoorden?
Misschien heb je gelijk.
Een vogel kan vliegen.
Misschien heb je gelijk.
Het is mogelijk, maar...
Hij mag komen.
- Het zal misschien regenen.
- Het gaat misschien regenen.
- Misschien gaat het regenen.
- Het kan gaan regenen.
Kan dat niet wachten?
Madonna kan zingen.
- Kan iemand even helpen?
- Kan iemand helpen?
Dat kan niet waar zijn!
- Ze kan schaatsen.
- Ze kan skaten.
Dit zou u kunnen interesseren.
Tom kan zwemmen.
Het kan nuttig zijn.
Het kan gevaarlijk zijn.
- Dat zou waar kunnen zijn.
- Dat zou kunnen.
- Roken kan dodelijk zijn.
- Roken kan doden.
Niemand kan hem overtreffen.
Niemand kan jou vervangen.
Kan iemand me helpen?
Niemand kan mij helpen.
Misschien komt ze.
Laat Bob koken.
Kunt u dat echt?
- Het kan duur zijn.
- Het zou duur kunnen zijn.
Niemand kan hem begrijpen.
Hij kan vliegen.
Hij kan zingen.
Tom kan helpen.
Tom kan spreken.
U kunt binnenkomen.
Niemand kan het verstaan.
Tom kan koken.