Examples of using "получишь" in a sentence and their dutch translations:
- Wie veel eist, krijgt veel. Wie te veel eist, krijgt niets.
- Wie te veel wil, krijgt niets.
- Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op de neus.
Let op met wat je zegt of je krijgt het nog.
Wie niet waagt, die niet wint.
Op je verjaardag krijg je veel cadeautjes.
Wie niet waagt, die niet wint. Je moet doortastend zijn.
Als je deze brief ontvangt, zal ik al ver van hier weg zijn.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
We moeten de bedrijfskosten terugdringen. Heb je nooit gehoord van eerst te kijken wat je binnenkrijgt, voordat je begint uit te geven?