Examples of using "день" in a sentence and their dutch translations:
- Mooie dag.
- Prachtige dag.
Goedemiddag.
Het is een zonnige dag.
- Goedemorgen!
- Fijne dag!
- Goedendag!
Wat een dag!
Het was een warme dag.
Het was een verschrikkelijke dag.
Maak elke dag een wandeling.
Wat een warme dag!
- Goedemorgen!
- Goedendag!
in de rest van je dag,
Het is een mooie dag.
Het is een regendag.
Wat een dag!
- Goedemiddag!
- Goedemiddag.
Goedemiddag!
De dageraad komt eraan.
- Studeert u elke dag?
- Leer je iedere dag?
- Leert u iedere dag?
Hoe was je dag?
Geef me een paar dagen.
Vandaag ben ik jarig.
- Vandaag ben ik jarig.
- Ik ben jarig vandaag.
Ik neem elke dag een bad.
dat iedere dag een goede dag is,
Ren je iedere dag?
- Vandaag is je dag niet.
- Vandaag is het niet jouw dag.
Vandaag is mijn dag niet.
Het was een mooie zonnige dag.
Waarom zegt men "Goedendag" wanneer de dag niet goed is?
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hé, hoe gaat het met je?
Op sint-juttemis.
Het is mijn verjaardag.
Ik huil elke dag.
De tiende dag van februari is de eenenveertigste dag van het jaar.
Het is vandaag een heel rustige dag.
De tv staat de hele dag aan.
Leer je iedere dag?
- Wanneer is uw verjaardag?
- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?
- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?
Wat een mooie dag!
Morgen is het Moederdag.
't Is een saaie dag vandaag.
- De dag is bijna afgelopen.
- De dag is bijna voorbij.
Zondag is rustdag.
Welke dag is het vandaag?
- Oefen elke dag.
- Sport elke dag.
Het is vandaag Moederdag.
Ik heb geluk vandaag.
Het was een verschrikkelijke dag.
Vandaag is het Onafhankelijkheidsdag.
- Hallo, dokter!
- Goedemorgen, dokter!
Morgen is het betaaldag.
Morgen is een nieuwe dag.
Vandaag is de grote dag.
Wandel elke dag.
Wat een dag!
Dit was een goede dag.
Wat een hete dag!
Kun je het in één dag doen?
Hoi, Lisa!
Morgen ben ik jarig.
Tom is vandaag jarig.
"Welke dag is het vandaag?" "Het is woensdag."
Het is bijna mijn verjaardag.
Leer je elke dag Frans?
- Eet jij elke dag rijst?
- Eet u elke dag rijst?
- Eten jullie elke dag rijst?
We vierden zijn verjaardag.
Tom is vandaag jarig.
- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.
"Welke dag is het vandaag?" "Het is woensdag."
Vandaag ben ik jarig.
Vandaag is mijn dag niet.
- Wanneer is uw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?
Ik bleef de hele dag thuis.
Doet u dit iedere dag?
Je hebt een lange dag gehad.
Doet u dit iedere dag?
We hebben de hele dag op je gewacht.