Examples of using "Arrumar" in a sentence and their dutch translations:
Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.
Dit inpakken en we zijn onderweg.
Kan je me helpen de tafel te dekken?
- Ze hielp mij mijn valies inpakken.
- Zij hielp mij mijn koffer inpakken.
Jouw kast is al vol. Je zal ergens anders plaats moeten maken voor je nieuwe kleren.