Examples of using "Mala" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan deze koffer niet alleen dragen.
Mijn koffer is stuk.
Is dit je koffer?
Laat me je koffer dragen.
Ik heb een koffer nodig. Leen je mij er een?
- Ze hielp mij mijn valies inpakken.
- Zij hielp mij mijn koffer inpakken.
Zoudt ge even op mijn koffer willen passen?
Ik opende de koffer.
Hier is jouw tas.
- Wat is het gewicht van je aktetas?
- Hoe veel weegt uw valies?