Translation of "Vamos" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Vamos" in a sentence and their dutch translations:

Vamos, força. Vamos!

Kom op, hou me bij. Kom op.

- Vamos!
- Vamos lá!

- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!

- Vamos jogar.
- Joguemos.
- Vamos brincar.
- Vamos tocar.

- Laat ons spelen.
- Laten we spelen.

Vamos continuar! Vamos continuar!

In beweging blijven.

Vamos a isto. Vamos!

Oké, doen we. Kom op.

Vamos.

Laten we gaan.

Vamos!

- Allez!
- Vooruit!
- Go!
- Voorwaarts!

Vamos?

Gaan we?

- Nós vamos dirigir.
- Vamos dirigir.

We zullen rijden.

Certo, vamos tentar. Vamos a isto. Vamos baixar o archote.

Oké, laten we 't proberen. We leggen onze fakkel neer.

- Vamos nos divertir.
- Nós vamos nos divertir!
- Vamos nos divertir!

We zullen plezier hebben.

Vamos saltar? Ou vamos fazer rappel?

Moeten we springen? Of gaan we abseilen?

- Vamos, tome outro.
- Vamos, toma outro.

Vooruit, neem er nog een.

- Vamos abri-lo.
- Vamos abri-la.

Laten we het openen.

- Vamos jogar baseball!
- Vamos jogar beisebol.

- Laten we honkbal spelen.
- Laten we honkballen.

- Vamos tentar alguma coisa!
- Vamos lá!

Laten we iets proberen!

- Vamos jogar.
- Joguemos.
- Vamos brincar.
- Brinquemos.

Laat ons spelen.

- Vamos tentar alguma coisa!
- Vamos tentar algo!
- Vamos tentar alguma coisa.

- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.

- Hoje nós vamos dançar.
- Hoje vamos dançar.
- Nós vamos dançar hoje!

Vandaag gaan we gaan dansen.

Vamos ver.

Eens kijken.

Vamos continuar.

We gaan verder.

Vamos entrar.

We kruipen erin.

Vamos prosseguir.

Laten we gaan.

Vamos! Dana!

Kom op. Dana.

Vamos embora!

Laten we gaan.

Vamos continuar!

Blijven bewegen.

Pronto, vamos.

Laten we gaan.

Vamos lá.

Kom op.

Vamos, Bill.

Kom op, Bill.

Vamos viajar.

Laten we een reis maken.

Aonde vamos?

- Waar gaan we naartoe?
- Naar waar gaan we?

Vamos festejar!

Laten we feesten.

Vamos dançar?

Zullen we dansen?

Vamos embora.

Laten we gewoon weggaan.

Vamos negociar.

Laten we onderhandelen.

Vamos sair.

Laten we uitgaan.

Vamos conversar.

Laat ons babbelen.

Vamos revisar.

- Laten we eens kijken.
- Laten we eens overlopen.

Vamos entrar!

Laten wij naar binnen gaan!

Vamos ouvir.

Laten we luisteren.

Vamos nadar.

Laten we gaan zwemmen.

Vamos voltar.

Laten we teruggaan.

Vamos improvisar.

Laten we improviseren.

Vamos começar.

- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.

Vamos começar?

Gaan we beginnen?

Vamos juntos?

Gaan we samen?

Vamos amanhã.

We gaan morgen.

Vamos tentar.

Laten we het proberen.

Vamos almoçar.

Laat ons gaan lunchen.

Vamos nadar?

Zullen we gaan zwemmen?

Vamos ver...

- Laten we eens kijken...
- Eens kijken...

Agora vamos?

Zullen we nu gaan?

Vamos embora?

Gaan we?

Vamos apostar?

Zullen we wedden?

Ok, vamos.

Oké, laten we gaan.

Vamos tocar.

Laten we spelen.

- Vamos ouvir música.
- Vamos escutar uma música.

Laten we wat muziek luisteren.

- Vamos para a praia.
- Vamos à praia.

Laten we naar het strand gaan.

- Vamos ao cinema.
- Vamos ir ao cinema.

We gaan naar de bioscoop.

- Vamos parar aqui.
- Vamos parar por aqui.

Laten we hier stoppen.

- Nós vamos ficar bem.
- Vamos ficar bem.

- Het komt wel goed.
- Het komt wel goed met ons.

- Vamos para a feira.
- Vamos à feira.

Laten we naar de kermis gaan.

- Vamos falar francês.
- Vamos falar em francês.

Laten we Frans spreken.

- Vamos ao cinema.
- Nós vamos ao cinema.

We gaan naar de bioscoop.