Examples of using "Vamos" in a sentence and their dutch translations:
Kom op, hou me bij. Kom op.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!
- Laat ons spelen.
- Laten we spelen.
In beweging blijven.
Oké, doen we. Kom op.
Laten we gaan.
- Allez!
- Vooruit!
- Go!
- Voorwaarts!
Gaan we?
We zullen rijden.
Oké, laten we 't proberen. We leggen onze fakkel neer.
We zullen plezier hebben.
Moeten we springen? Of gaan we abseilen?
Vooruit, neem er nog een.
Laten we het openen.
- Laten we honkbal spelen.
- Laten we honkballen.
Laten we iets proberen!
Laat ons spelen.
- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.
Vandaag gaan we gaan dansen.
Eens kijken.
We gaan verder.
We kruipen erin.
Laten we gaan.
Kom op. Dana.
Laten we gaan.
Blijven bewegen.
Laten we gaan.
Kom op.
Kom op, Bill.
Laten we een reis maken.
- Waar gaan we naartoe?
- Naar waar gaan we?
Laten we feesten.
Zullen we dansen?
Laten we gewoon weggaan.
Laten we onderhandelen.
Laten we uitgaan.
Laat ons babbelen.
- Laten we eens kijken.
- Laten we eens overlopen.
Laten wij naar binnen gaan!
Laten we luisteren.
Laten we gaan zwemmen.
Laten we teruggaan.
Laten we improviseren.
- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.
Gaan we beginnen?
Gaan we samen?
We gaan morgen.
Laten we het proberen.
Laat ons gaan lunchen.
Zullen we gaan zwemmen?
- Laten we eens kijken...
- Eens kijken...
Zullen we nu gaan?
Gaan we?
Zullen we wedden?
Oké, laten we gaan.
Laten we spelen.
Laten we wat muziek luisteren.
Laten we naar het strand gaan.
We gaan naar de bioscoop.
Laten we hier stoppen.
- Het komt wel goed.
- Het komt wel goed met ons.
Laten we naar de kermis gaan.
Laten we Frans spreken.
We gaan naar de bioscoop.