Examples of using "Nienawidzą" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen haat Tom.
Katten haten water.
Iedereen haat me.
Honden haten katten.
Onze kinderen haten ons.
Niet dat ze het land hebben aan de vruchten van de vooruitgang.
Als de mensen u haten, wees dan goed voor hen.