Examples of using "Mnie" in a sentence and their dutch translations:
- Jij begrijpt me.
- U begrijpt me.
- Hou je van mij?
- Hou je van me?
- Herinner je je mij nog?
- Ken je me nog?
Ze luisterde naar me.
En ik besefte me dat ze mij zo veel leerde.
...stormde op me af... ...en greep me vast.
- Ik heb hoofdpijn.
- Ik heb koppijn.
- Telefoneer mij!
- Bel me.
- Bel me op!
- U mag me niet.
- U vindt me niet aardig.
- Jij vindt me niet aardig.
- Je mag me niet.
- Kun je me horen?
- Hoor je me?
- Kan je me horen?
- Ben ik te horen?
Je was me voor.
Ik werd ontslagen.
Kus me.
Luister naar me!
- Je loog tegen me.
- U loog tegen me.
- Jullie logen tegen me.
Knuffel me.
Luister naar me!
Laat me.
- Ze zijn me aan het negeren.
- Ze negeren me.
- Ze zien mij niet staan.
Je hebt me je verkoudheid doorgegeven.
Geef me een lift.
Ge doet mij pijn.
- Begrijp je me?
- Begrijpen jullie me?
Jij maakt me gelukkig.
Ken je me?
- Hij chanteerde me.
- Hij heeft me gechanteerd.
Sla me.
Hij loog tegen me.
Luister naar me.
Luister je?
Laat me eruit!
Je hebt me verraden.
Hij heeft mij bij vergissing geslagen.
Wat me niet doodt, maakt me sterker.
- Laat me met rust!
- Laat mij alleen!
- Wat willen jullie van mij?
- Wat wilt u van mij?
- Wat wil je van me?
Niemand begrijpt me.
Haat me niet!
Iedereen had het op mij gemunt.
Laat me niet alleen!
Je kunt me alleen laten.
Ik had verlammende krampen,
Ik hoop dat hij het houdt.
Wat ze me leerde, was te voelen...
- Raak me niet aan!
- Blijf van mijn lijf!
- Laat dat maar aan mij over.
- Laat mij dit afhandelen.
Mijn keel brandt.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Hij vertolkte voor mij.
Mijn hart doet pijn.
Mijn gewrichten doen pijn.
- Ga maar zonder mij.
- Ga verder zonder mij.
Jij vindt me niet aardig.
Ga maar zonder mij.
Kom naast me zitten.
- Luister naar me alstublieft.
- Luister naar me alsjeblieft.
Ik heb hoofdpijn.
- Ik heb pijn aan mijn keel.
- Ik heb keelpijn.
Tom maakt me bang.
Tom haat mij.
Gaan jullie met me mee?
- Mijn heup doet pijn.
- Mijn heup doet zeer.
Trouw met me.
Schrijf me.
Mijn vader gaat me vermoorden.
- Kijk naar me!
- Kijk me aan!
Een kat krabde me.
- Bel me.
- Bel me op!
Je hebt me bijna geraakt.
U moet me beschermen.
Mijn voeten doen pijn.
Hij schopt me!
Dit ergert me.
- Telefoneer mij!
- Bel me op!
- Ik heb tandpijn.
- Mijn tand doet pijn.
Mijn buik doet pijn.
Onderschat mij niet.
Vergeet mij niet!
- Zij noemt mij Kenji.
- Ze noemt mij Kenji.
Een bij heeft me gestoken.
Vraag het me morgen.
Wacht op mij!
- Het maakt me zenuwachtig.
- Het maakt me nerveus.
- Ik word er nerveus van.
Laat me alsjeblieft uitspreken.
Kijk me aan.
Ik heb rugpijn.
- Ik heb pijn hier.
- Ik heb hier pijn.
Mijn geheugen laat me in de steek.
- Plots zag hij mij.
- Plotseling zag hij mij.
Ik heb pijn aan mijn ogen.