Examples of using "Dobrzy" in a sentence and their dutch translations:
Als de mensen u haten, wees dan goed voor hen.
- Je was goed voor ons geweest.
- Jullie waren goed voor ons geweest.
- U was goed voor ons geweest.
Over het algemeen zijn Japanners niet goed in vreemde talen.
Tom zegt dat je goed bent in tennis.