Translation of "Wagt" in Dutch

Wer wagt, gewinnt.

- Wie waagt, wint.
- Geen lef, geen roem.
- Hij die waagt, wint.

Er wagt einen Vorstoß.

Het is tijd voor actie.

Wagt jemand die Übersetzung?

Waagt er zich iemand aan die vertaling?

Wer nicht wagt, der nicht gewinnt.

- Wie niet waagt, die niet wint.
- Wie niet waagt, niet wint.

- Wagt er es, alleine zu gehen?
- Hat er den Mut, alleine zu gehen?

Heeft hij de moed om alleen te gaan?

Unter dem hellen Vollmond wagt er sich weiter von den Eltern weg als sonst.

Onder de heldere maan... ...raakt hij verder van zijn ouders verwijderd.