Examples of using "Weiter" in a sentence and their dutch translations:
Blijf zoeken.
- Blijf zoeken.
- Blijf kijken.
Blijf schrijven.
- Blijf lopen.
- Ik bleef lopen.
Blijf zingen.
Blijf oefenen.
Blijf vechten.
Blijf dansen.
Blijf klimmen.
- Ga door met graven.
- Blijf graven.
Blijf dansen.
Blijf vechten.
- Vertel verder.
- Ga door.
- Ga verder.
- Blijf doorgaan.
Ga verder!
Blijf zingen.
Kom naar voren!
Lees verder.
Blijf praten.
Blijf peddelen.
Blijf werken.
Blijf bewegen.
- Ga zo door.
- Doe zo voort.
- Schiet op.
- Doe wat je moet doen.
- Aan de slag ermee.
Blijven bewegen.
Oké, we gaan.
Ga verder.
- Loop door!
- Blijf lopen!
Blijf proberen.
Blijf zoeken.
- Blijf rennen.
- Blijf lopen.
Blijf graven.
Ga door met werken.
Blijf rijden.
Blijf oefenen.
- Vertel verder.
- Ga verder met je verhaal.
- Ga je gang.
- Ga!
- Gaat uw gang.
- Zeg maar.
Wat nog meer?
Blijf zoeken.
Blijf oefenen.
Blijf praten!
Blijf zingen.
Ga zo door!
Blijf glimlachen.
Blijf dansen.
Blijf vechten.
- Ga door.
- Ga verder.
Lees verder.
Blijf peddelen.
Ga alsjeblieft verder met je verhaal.
Blijf rechtdoor gaan.
De strijd gaat verder!
Laten we in beweging blijven.
Oké, blijven bewegen.
Oké, blijven bewegen.
Hij bleef praten.
Hij ging door met zingen.
- Ga zo door.
- Doe zo voort.
Ik ging door met lezen.
Blijf oefenen, Tom.
- Ik bleef werken.
- Ik ben blijven werken.
- Ze bleef kletsen.
- Ze kletste maar door.
Ze bleef werken.
Tom ging verder.
Ik bleef verder zingen.
- Het regent nog steeds.
- Het regent nog altijd.
- Ik zing verder.
- Ik zing door.
Ze praatte maar door.
Ze gaat door.
Hij bleef maar huilen.
Stop met praten!
Blijf luisteren.
Ga alsjeblieft verder met je verhaal.