Examples of using "Einen" in a sentence and their dutch translations:
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
Ik wil een blauwe, een rode en een zwarte potlood.
Neem een bus.
Iedereen heeft respect voor je. Iedereen heeft respect voor je.
Red een mens. Eet een kannibaal op.
Teken een cirkel.
- Een ogenblikje, alstublieft.
- Een ogenblik, alstublieft.
- Mag ik een kopje koffie?
- Koffie, graag.
Een momentje, alstublieft!
Ik heb een vrachtwagen.
Ik heb een vrachtwagen.
Een ogenblikje...
- Een moment!
- Momentje!
Nog een!
"Heeft u een pen?" - "Ik heb er een."
Vraag een politieman!
Bel een ziekenwagen.
Heb je een plan?
- Heb je een hond?
- Hebben jullie een hond?
- Hebt u een hond?
Heb je een tv?
Hebt u een reservesleutel?
- Hebt u een pen?
- Hebt u een balpen?
- Hebt u een pen?
- Hebt u een balpen?
- Heb je een pen?
- Heeft u een pen?
- Hebben jullie een pen?
- Heb je een pen?
- Heeft u een pen?
- Hebben jullie een pen?
Ik heb een hartaanval gehad.
Zij heeft een taart gebakken.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik rammel van de honger.
Hij heeft een baard.
Ik heb een pen.
- Heb je een potlood?
- Hebben jullie een potlood?
Heb je een afspraak?
Heeft u een computer?
- Heb je een jachtvergunning?
- Hebt u een jachtvergunning?
Ik hoorde een kreet en daarna een botsing.
Ik heb een witte hond en een zwarte hond.
Ik ben een sinaasappelboom aan het planten.
- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.
Hij heeft een advocaat nodig.
Vertel me een grap.
- Heb jij een schoentrekker?
- Hebt u een schoentrekker?
- Hij eet een appel.
- Hij is een appel aan het eten.
- Zij eet een appel.
Heb je een favoriete zanger?
- Heeft u een rijbewijs?
- Heb je je rijbewijs?
- Heb je een rijbewijs?
Heeft u een computer?
Wil je een appel?
- Hebt u een afspraak?
- Hebben jullie een afspraak?
- Heeft u een afspraak?
Ik hoorde een kreet en daarna een botsing.
- Heb je een hond?
- Hebt u een hond?
- Ik heb een dokter nodig.
- Ik heb een dokter nodig!
Hebt u een balpen?
Ik heb een koffer nodig. Leen je mij er een?
- Tom is een cake aan het bakken.
- Tom is een taart aan het bakken.
Wil je een appel?
Ik wil een hoed.
Ik heb een vrachtwagen.
Schrijft ge een brief?
- Heb je een vaste vriend?
- Heb je een vriend?
- Heeft u een vaste vriend?
- Heb je een vriendje?
Mama is een taart aan het maken.
Bespioneren van je buren?
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
- Gelukkige Valentijnsdag.
- Fijne Valentijnsdag.
Teken een cirkel.
Schrijf een rapport.
Een ogenblik, alstublieft.
Een autoatlas, alstublieft.
Een rode wijn, alstublieft.
Koffie, graag.
- Een momentje, alstublieft!
- Een momentje, alsjeblieft!
Een ogenblikje...
Fijne Onafhankelijkheidsdag!
Bel een ziekenwagen.
Breng een hoed.
- Een glaasje wit, alstublieft.
- Een glaasje witte wijn, alstublieft.