Examples of using "Marschieren" in a sentence and their dutch translations:
maarschalk erop om te voet te marcheren, aan het hoofd van de wacht, helemaal.
maar marcheren kwam er niet bij te pas, en ik was zo teleurgesteld.
Sinds hij gewond is geraakt in een ongeval, kan hij niet meer lopen.
Vijf dagen later, terwijl Napoleon in Fontainebleau nog steeds van plan was naar Parijs te marcheren, marcheerde
Het was een koude, natte nacht en ik ben moe... ...maar als de dag aanbreekt zijn we weer onderweg.