Examples of using "„hm" in a sentence and their dutch translations:
Hm, misschien!
Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem.
''Waarom heb je nog geen smartphone?'' – ''Waarom zou ik er een moeten hebben?'' – ''Hm, gewoon. Iedereen heeft er al een.''