Examples of using "Eins" in a sentence and their dutch translations:
Eén en één is twee.
- Wil je er een?
- Wilt u er een?
- Wil je er eentje?
- Wilt u er eentje?
Alles is één.
Eén, twee, drie.
Ik wil er eentje!
Wil hij er één?
Wilt u er een?
Heb jij er een?
Ik wil er eentje!
In de wiskunde van de liefde is één plus één alles, terwijl twee minus één gelijk is aan nul.
- Neem er alsjeblieft nog een.
- Vooruit, neem er nog een.
Fase één is voltooid.
Tel van een tot tien.
Skiën is één van mijn hobby's.
Het is kwart over één.
Heeft u een in het blauw?
- Neem er alstublieft een.
- Neem er alsjeblieft een.
Er was iets genaamd Centrum Eén.
Heb jij er een?
Kan je er ook één voor mij kopen?
Eén plus twee is gelijk aan drie.
Niet één van de telefoons werkt.
- Ik heb nog een in mijn tas.
- Er zit nog eentje in mijn tas.
Een en drie zijn oneven getallen.
Ze kan van een tot tien tellen.
Wat dacht je van 12:45?
''Waarom heb je nog geen smartphone?'' – ''Waarom zou ik er een moeten hebben?'' – ''Hm, gewoon. Iedereen heeft er al een.''
De bekende neuroloog Dr. Victor Frankel zei:
...voor de rijkelijkst gevulde wateren op de planeet.
- Wie is de eerste?
- Wie is er eerst?
- Wie gaat er als eerste?
Hij heeft mij op het hoofd geslagen.
Wat dacht je van 12:45?
- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!
Ze behaalde een „zeer goed”.
Priemgetallen zijn alleen deelbaar door één en door zichzelf.
Neem er nog een.
Maar haar ongelooflijke zintuigen richten zich op één taak. Aas zoeken.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
Een vector is een eenheidsvector als zijn norm gelijk is aan een.
Tom wees naar een van de foto's en zei: ''Wie is dat?''
Nul, een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
Een ding is zeker: zijn job zou ik niet willen hebben.
Ney, in de minderheid met vier tegen één, voerde een briljante terugtrekking uit tijdens een gevecht en ontsnapte uit
Zij sneed de taart in 6 stukken en gaf aan elk kind een stuk.
Hij heeft er ook één.
Ook ik wil er een.
Als ik het zou kunnen betalen, zou ik een elektrische auto kopen.
We hebben er eentje gevonden.
Stop met mij te vragen om een drankje. Ga, en haal er zelf een!
Tom is het nooit eens met Mary.
Eén, drie en vijf zijn oneven getallen.
De eerste stap bij het oplossen van een probleem is te beseffen dat dit bestaat.
In bloedstollende bijna-ongelukken, proberen voertuigen een-voor-een... ...te vluchten voor het botverbrijzelende beest.
Maria is een zeer mooie vrouw. Op een schaal van een tot tien behaalt ze een elf.
Geef me er nog eentje.
We gaan om half één samen lunchen.
Wat dacht je van 12:45?
Dit is slechts een van de dingen die we hebben gevonden.
We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.
Wie zou er niet graag een van deze onder de boom vinden op kerstochtend?