Examples of using "Sollte" in a sentence and their dutch translations:
Dat zou moeten volstaan.
Ik moet gaan.
- Hij zou moeten komen.
- Zij zou moeten komen.
Ik zou mee moeten gaan.
die ik graag wilde voelen.
Het moet hier ergens zijn.
Ik zou niet moeten lachen.
Waarom zou hij liegen?
Hij moet mij bedanken.
Iedereen zou moeten kunnen zwemmen.
- Hij zou u moeten danken.
- Hij zou je moeten bedanken.
Waarom zou ik lachen?
Eigenlijk zou ik het moeten vragen, hè?
Men zou zich moeten wassen.
Ik zou Frans moeten leren.
- Men zou het moeten verbieden.
- Ze zouden het moeten verbieden.
Tom zou voorzichtiger moeten zijn.
Moet ik Esperanto leren?
Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruikmaken.
Niemand wist wat hij moest zeggen.
Waarom zou iemand u willen vermoorden?
Dit zou niet controversieel mogen zijn.
Dit wil je niet zelf proberen.
Als hij haar welpjes vindt...
De regel zou herzien moeten worden.
Goede tradities moeten behouden worden.
Ik zou het boek moeten lezen.
Waarom zou iemand Tom vermoorden?
Waarom zou ik dat doen?
Dit plan moet uitgevoerd worden.
Ik kan Tom maar beter wakker maken.
Waarom zou ik Frans leren?
Hij moest een studiebeurs verkrijgen.
Men mag geen voedsel verkwisten.
Welk dessert moet hij eten?
Zou ik deze brief beantwoorden?
Het was als grap bedoeld.
Men moet zijn plichten vervullen.
- Misschien zou ik nu moeten stoppen.
- Misschien zou ik nu moeten ophouden.
- Misschien kan ik nu beter ophouden.
Dat is niet de bedoeling.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
waarom zou het nu goed gaan?'
Of zou ik een tante zijn?
Het is wat energie.
Je kunt maar beter handschoenen aandoen.
Ze zou meer naar andere mensen moeten luisteren.
Zou ik wachten tot ze weer komt?
Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?
- Vind je dat ik alleen moet gaan?
- Vindt u dat ik alleen moet gaan?
- Vinden jullie dat ik alleen moet gaan?
- Denk je dat ik alleen moet gaan?
- Denkt u dat ik alleen moet gaan?
- Denken jullie dat ik alleen moet gaan?
Dat zou moeten volstaan.
Ik moet eigenlijk op school zijn.
Hoeveel drinkgeld moet ik geven?
Ik zou die kamer moeten schoonmaken.
Hij zou in de gevangenis gestopt moeten worden.
Zou Schotland een onafhankelijk land moeten zijn?
Hij moet komen.
Ik moet nu echt gaan slapen.
Ik neem aan dat ik me vereerd hoor te voelen.
Zou het homohuwelijk legaal moeten zijn?
Wanneer moet ik mijn hond voeren?
Het is beter dat ik dat niet eet.
Hoe kan men reclame maken op internet?
- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet worden gestreken.
Waaruit moet een gezond ontbijt bestaan?
Ik zou mijn haar moeten wassen.
Tom zou meer moeite moeten doen.
In het begin wist ik niet wat te doen.