Examples of using "Retourner" in a sentence and their dutch translations:
Ze moet terugkeren om hem te vinden... Alleen.
We blijven rotsen zoals deze omrollen.
Dan wilde niet terug naar het weeshuis.
Ik wou dat ik terug kon gaan naar de klas die dag
Dus we gaan terug, halen water en proberen dat.
Zeg me wanneer je thuiskomt.
We moeten terug... ...en die stenen beschutting gebruiken.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.
"En het meisje?" "Zij zal terug naar het weeshuis moeten keren."
Tom zegt dat hij van plan is om terug te gaan naar Australië voor Kerstmis.
Tom zegt dat hij van plan is om terug te gaan naar Boston voor Kerstmis.
Hij verliet de Mexicaanse hoofdstad om terug te keren naar Texas.
Ga je morgen weer naar de snackbar?
Ik ben niet van plan om terug te gaan naar Boston tot Kerstmis.
Het spijt me. Kun je je even omdraaien?
Nu is het tijd om verder te gaan, het koude, natte, gevaarlijke terrein in.
Ze zijn verrassend lenig... ...en kunnen een rondje draaien waar ze staan.
We blijven rotsen zoals deze omrollen. Kijken wat eronder zit.
Maar het probleem is natuurlijk dat ze terug moet. Aan de andere kant pikt de haai haar geur weer op.
Mijn vroegere lerares Engels draait zich nu zeker weten om in haar graf.
Zout in iemands wonden wrijven.
Ik zal het boek teruggeven zodra ik kan.
Maar we zijn terug bij het vliegveld, dus we kunnen onze missie opnieuw starten. Als je terug de lucht in wilt, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.