Examples of using "Allez" in a sentence and their dutch translations:
Daar komt hij. Kom op.
Kom op, hou me bij. Kom op.
Kom op.
Nu.
Kom op, geef het maar toe.
Ga weg.
Kom op, Jiro.
Kom op, wakker worden.
- Ga gewoon!
- Ga!
- Ga maar!
- Vooruit!
- Lopen!
- Nu!
- Go!
- Voorwaarts!
- Gaat uw gang.
Kom op nou!
- Ga!
- Begin!
- Ga maar.
- Vertrek maar.
Kom eindelijk, Tom!
Ga werken.
Kom op! Snel!
Kom, stap in!
Kom, laten we het proberen!
Ga spelen!
- Kom, daar gaan we!
- Oké, we gaan ervoor!
Scheer je weg!
Komaan, actie!
Ga eens wandelen!
Verklaar dat maar eens.
Kom op. Probeer het eens.
- Kom, sta op!
- Kom, opstaan!
- Komaan, sta op!
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar gaan jullie heen?
Daar is een, kom op. Kom hier.
Rot op!
Kom op, probeer dit.
Kom op, dooreten.
Ga weg.
OK. Doe maar.
- Ga weg!
- Wegwezen!
- Les Bleus, zet hem op!
- Komaan, o machtige Bleus!
- Waar ga je heen?
- Waar gaat ge naartoe?
Loop voor mij!
Kom, sta op.
Hoe gaat het met je?
Kom op!
- Kom, schiet op.
- Kom, vooruit.
- Komaan, opschieten.
Goed, daar gaan we dan!
Kom op, opschieten.
Ga in vrede.
Kom op, geef het maar toe.
Gaat het goed met u?
Waar gaat u heen?
Gaan jullie maar een ommetje maken!
Ga buiten spelen!
Ga naar het park.
Doe het rustig aan.
Nou, ik steek over!
- Waar gaan jullie naartoe?
- Waar gaan jullie heen?
Hoe gaat het met u, mevrouw Jones?
Zeg het dan maar.
Kom op, we gaan.
Laten we dit proberen.
We doen het. Kom op.
Die doen we af.
Kom op, laten we gaan.
Ga gewoon!
- Wie weet!
- Verklaar dat maar eens.
Wie weet!
Kom, het is uw beurt.
Haal hulp.
Goedenavond, hoe maakt u het?
- Kom op, vertrouw me.
- Kom op, vertrouw me maar.
Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hoe gaat het vandaag met je?
- Hoe voelt ge u vandaag?
Ga eten!
Ga spelen!