Examples of using "Voulait" in a sentence and their dutch translations:
Hij wilde slagen.
Tom wilde leven.
Wat wilde Tom?
Hij wilde slagen.
Tom wilde huilen.
Sami wilde bekennen.
- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.
Tom wou dat.
Hij wou rijk zijn.
Tom wilde meer.
Hij wilde boer worden.
Hij wilde boer worden.
Tom wilde een boer worden.
Sami wilde Layla verkrachten.
Sami wilde wraak.
Sami wilde koffie.
Hij wou naar de zee rijden.
Sadako wou dat vergeten.
Hij wilde dat ik zou komen.
Tom wilde niet wachten.
Hij wou een boek kopen.
Tom wou advocaat worden.
Zij wilde, dat ik loog.
Tom wou in Boston wonen.
Tom zegt dat hij wou praten.
Tom wou niets doen.
- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.
Tom wilde spaghetti eten.
Sami wilde ijs.
Hij wilde alleen over kunst praten.
Hij wou naar de zee rijden.
Hij wilde slagen.
Yanni wilde de directeur slaan.
Tom zei dat hij jullie wil spreken.
dat willen we niet delen ...
dat de maatschappij hen niet wil,
Ze wilde echt het verhaal vertellen.
Hij wou naar de zee rijden.
Tom wilde mij niet geloven.
Ze wou de vuile kleren wassen.
Iedereen wilde dat doen.
De motor wou niet starten.
- De taxichauffeur wilde me oplichten.
- De taxivent wilde me naaien.
- Tom zegt dat hij wou praten.
- Tom heeft gezegd dat hij wou praten.
Mary wilde weten wie haar ging helpen.
- Hij wilde een nieuwe vest kopen.
- Hij wilde een nieuw jasje kopen.
Hij wilde zijn moeder alleen maar gelukkig maken.
Tom wilde hun vuile werk niet doen.
en wilde het op zijn eigen manier doen
Waarom wilde ze hem niet ontmoeten?
Tom wilde dat Maria Frans zou leren.
Ik denk dat Tom mijn hulp nodig had.
Hij wou het geheim niet prijsgeven.
Tom wilde niet naar de dokter gaan.
Tom wilde mijn hulp niet.
Tom wilde Mary's kamer zien.
Tom was niet van plan daar alleen heen te gaan.
Dan wilde niet terug naar het weeshuis.
Tom zei dat hij wilde gaan zwemmen.
Tom wilde Kerstmis met zijn familie doorbrengen.
Het kind wilde niet terug naar huis.
- Ik vroeg hem of hij een horloge wilde.
- Ik heb hem gevraagd of hij een horloge wilde.
Iedereen wilde dat ik het deed.
Mijn vader wilde dat ik deze plaats bezocht.
Tom wilde hun vuile werk niet doen.
Tom vertelde me wat hij wilde voor Kerstmis.
Hij heeft me gezegd dat hij het bedrijf wil verlaten.
Hij zei tegen mij dat hij zijn Engels met me wilde oefenen.
Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.
Tom wou voor de zomervakantie nog twee kilo afvallen.
Tom wilde dat Maria naar Boston kwam voor Kerstmis.
Tom wilde niet naast me zitten.
Ik vroeg Tom wat hij wilde voor Kerstmis.
Tom verlangde naar wraak.
Tom kreeg alles wat hij wilde voor Kerstmis.
Ik vraag mij af wat de schilder daarmee wilde zeggen.
Tom wilde dat Maria naar Australië kwam voor Kerstmis.
Hij wilde absoluut zijn plicht niet verzaken.
Mijn oma wilde thuis begraven worden.
Ik kon niet duiden wat hij bedoelde met 'megafeps'.
Ze wilde het begrijpen.
Het kind had een woedeaanval omdat hij het speeltje wilde hebben.
Tom wou niet dat zijn vrienden hem zagen wenen.