Examples of using "Réparer" in a sentence and their dutch translations:
Laat me het repareren.
- Herstel het alsjeblieft.
- Herstel het alstublieft.
- Regel het alsjeblieft.
- Regel het alstublieft.
- Regel het alsjeblieft.
- Regel het alstublieft.
Ik heb mijn fiets laten repareren.
Repareer dit.
Hij moet de klok herstellen.
Ik moet het repareren.
Ik moet het repareren.
ze reppen zich nu naar een blessure.
Ik heb mijn computer laten repareren.
Kunnen jullie een toilet repareren?
Ik heb de deur laten repareren.
Tom weet hoe computers te herstellen.
Hij hielp me mijn horloge te repareren.
- Ik kan de computer niet repareren.
- Ik kan de computer niet herstellen.
- Kan je de defecte radio maken?
- Kunt u de defecte radio maken?
Ik moet mijn fiets laten repareren.
Tom weet hoe computers te herstellen.
- Waar heb je je camera laten repareren?
- Waar hebt u uw camera laten herstellen?
Ik laat hen mijn auto repareren.
Hij liet de oude machine repareren.
Ik laat deze radio morgen herstellen.
Waar kan men mijn horloge herstellen?
We repareren het.
- Kunnen jullie mijn lekke band nu repareren?
- Kunnen jullie mijn lekke band nu herstellen?
Mijn moeder heeft mijn horloge laten herstellen.
Ik heb de koelkast niet kunnen herstellen.
Ik kan deze computer niet herstellen.
Ik liet mijn zoon de deur repareren.
Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.
Waarom laat ge uw moto niet herstellen?
Mijn computer is kapot en ik moet hem laten repareren.
Mijn vader repareert mijn kapotte fiets.
- Het heeft me 5,000 yen gekost om mijn fiets te laten repareren.
- Het heeft me 5,000 yen gekost om mijn fiets te repareren.
De herstelling van mijn fiets kostte mij duizend yen.
Ik zal het nu repareren.
De herstelling van mijn fiets kostte mij duizend yen.
Om mijn tv te repareren, moet ik iemand laten komen.
Hij moet de klok herstellen.
Mijn fiets is gisteren hersteld.
Het is het niet waard om deze auto te repareren.