Examples of using "Lui " in a sentence and their dutch translations:
Kan ik met hem meegaan?
Wat denk jij van hem?
- Hebben jullie hem nodig?
- Hebben jullie haar nodig?
Ben je jonger dan hij?
Ik ben heel verliefd op hem.
Hoeveel hebt ge ervoor betaald?
En rijdt je zoon auto?
Hebt gij bewijzen tegen hem?
Kan je even vlug zwemmen als hij?
En rijdt je zoon auto?