Examples of using "Suis" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben.
Ik ben uitgeput.
Ik ben bekaf.
Ik ben bekaf.
Ik ben doodmoe.
Ik weet het zeker.
Ik ben doodmoe.
Ik ben lui.
Ik ben onschuldig.
Ik ben eraan gewend.
- Ik ben opmerkzaam.
- Ik ben oplettend.
- Ik ben met pensioen.
- Ik ben gepensioneerd.
Ik ben doodmoe.
Ik ben overtuigd.
Ik ben dronken.
Ik ben dronken.
Ik ben cool.
Ik ben moslim.
Ik ben rijk.
Ik ben lui.
Dat doet de deur dicht!
Ik ben wakker.
Ik ben saai.
Ik heb genoeg.
Ik ben dronken.
- Ik weet het zeker.
- Ik ben er zeker van.
- Ik ben moe.
- Ik ben moe!
- Ik ben dapper.
- Ik ben moedig.
- Ik ben kieskeurig.
- Ik ben pietluttig.
Ik ben verloren.
Waar ben ik?
Ik ben leraar.
Ik ben lelijk.
Ik ben daar gelukkig mee.
Ik ben Australiër.
Ik ben agent.
Ik ben tevreden.
Ik ben onschuldig.
Ik ben daar geboren.
Ik ben depressief.
Ik ben mooi.
Ik ben in bed.
Ik ben vegetariër.
- Ik ben heel moe.
- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.
Ik ben kleurenblind.
- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.
Ik ben dik.
Ik ben lui.
Ben ik zwanger?
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
Ik ben dood.
Ik ben uitgehongerd.
Ik ben wie ik ben.
Ik ben klaar.
Ik weet het zeker.
- Ik ben arts.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.
Ik ben een bakker.
- Ik ben ziek.
- Ik ben ongezond.
Ik ben mooi.
- Ik ben student.
- Ik ben een student.
Ik ben wanhopig.
Ik ben oud.
Ik ben niet schuldig.
Ik ben gewond.
Ik ben geduldig.
Ik ben Fins.
Ik ben Italiaans.
- Ik ben Turkse.
- Ik ben Turk.
Ik ben de uitverkorene.
Ik ben geraakt!
Ik ben Hongaar.
Ik ben vrij!
Ik ben een muzikant.
Ik ben Amerikaans.
Ik ben voorzichtig.
Ik ben gek.
- Ik zit vast.
- Ik zit gevangen.
Ik ben kietelig.
Ik ben ontspannen.
Ik ben beledigd.
- Ik ben nerveus.
- Ik ben zenuwachtig.
Ik ben geïnteresseerd.
Ik ben immuun.
Ik ben geboeid.
Ik ben gewapend.
Ik ben alleen.
Ik ben gemotiveerd.
- Ik ben gebleven.
- Ik bleef.