Examples of using "Amoureuse" in a sentence and their dutch translations:
Ben ik verliefd?
Ze is hopeloos verliefd.
Ik ben verliefd op jou.
Ze is op Tom verliefd.
Ben je verliefd op Tom?
Zij is nooit verliefd geworden.
Ze houdt van hem.
"Mijn zus is verliefd op jou." "Wat?"
Nee, ze is nooit verliefd geworden.
Ik ben heel verliefd op hem.
Ben je verliefd?
Ben ik verliefd?
- Ben je verliefd op Tom?
- Ben je op Tom verliefd geraakt?
Ze zijn verliefd.
Zij werd verliefd op haar beste vriend.
Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.
Men zegt dat zij verliefd is op hem.
Ze was op haar leraar verliefd.
Romeo is de man waarop Julieta verliefd is.
Zij is, volgens mij, verliefd op hem.
Nee, ze is nog nooit verliefd geweest.
Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.
Ik was niet verliefd.
Ze werd verliefd op de broer van haar vriendin.
Ze werd verliefd op een homo-man uit de sportschool.
Ik ben verliefd op jou.
Hou jij van Tom?
Bekijk me niet zo, of ik ga nog meer verliefd op je worden.
Ik had kunnen weten dat zodra ik verliefd werd op de realiteit,
Ik denk dat ik verliefd ben.
Ik ben verliefd op je geworden.
Klink ik verliefd?
Ik ben verliefd op jou.
Ik ben verliefd op je geworden.
Ik weet dat u verliefd op mij bent!
- Ik ben verliefd op jou.
- Ik ben verliefd op je geworden.
Ik ben verliefd op je en ik wil met je trouwen.
Daar hoef jij je niet voor te verontschuldigen, Tom. Ik ben immers degene die zomaar verliefd op je is geworden.