Examples of using "Incroyablement" in a sentence and their dutch translations:
Ik was razend.
Het was ongelooflijk gevaarlijk.
Dat is ongelofelijk saai.
Ze zingt werkelijk goed.
ik vind het niet bepaald dankbaar.
- Mijn tand deed ongelofelijk pijn.
- Mijn tand doet ongelofelijk pijn.
Luiaards hebben een bizar trage stofwisseling.
ben ik ongelooflijk dankbaar voor het leven,
terwijl het een enkeling onvoorstelbaar rijk maakt?
Ze zingt werkelijk goed.
Hij beschikt over ongelooflijke kennis. Hij is een levende encyclopedie.