Examples of using "Brûlé" in a sentence and their dutch translations:
Ze brandden.
De smeltzekering is doorgeslagen.
Onze school is afgebrand.
Het huis is afgebrand.
Hij brandde zich de vingers.
Mijn huis is afgebrand.
- Er ruikt iets verbrand.
- Iets ruikt verbrand.
- Wie heeft de taart verbrand?
- Wie heeft de cake verbrand?
Tom heeft de brief verbrand.
Ondergoed? Dat was nu wel uitgeweest...
Ik heb mijn vinger verbrand.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
Moeder, er riekt iets aangebrand.
Het vuur heeft alle takken afgebrand.
Koel uw verbrande vinger met stromend water.
Ruikt het niet ietwat verbrand?
Ik heb mezelf verbrand aan kokend water.
De smeltzekering is doorgeslagen.
Ik heb mijn vingertop verbrand.
zoals die walgelijke smaak in je mond, de geur van brandende, rottende vis,
De aardappel was zo heet dat hij mijn mond verbrandde.
De aardappel was zo heet dat hij mijn mond verbrandde.
De thee was zo heet, dat ik m'n tong verbrand heb.
De smeltzekering is doorgeslagen.
Ruikt het niet ietwat verbrand?
De aardappel was zo heet dat hij mijn mond verbrandde.
Onze dochter heeft haar vinger verbrand aan een lucifer.
Onze dochter heeft haar vinger verbrand aan een lucifer.