Translation of "Gebleven" in Spanish

0.005 sec.

Examples of using "Gebleven" in a sentence and their spanish translations:

Is hij lang gebleven?

¿Se quedó mucho rato?

Waarom ben je gebleven?

¿Por qué te quedaste?

Hoelang ben je gebleven?

- ¿Cuánto tiempo estuviste?
- ¿Cuánto tiempo te quedaste?

Waar waren we gebleven?

¿Dónde nos habíamos quedado?

Je bent alleen gebleven.

Te has quedado solo.

Is hij heel lang gebleven?

¿Se quedó mucho rato?

Zijt ge in contact gebleven?

¿Seguisteis en contacto?

- Ik ben gebleven.
- Ik bleef.

Me quedé.

- Wegens de regen ben ik thuis gebleven.
- Vanwege de regen ben ik thuis gebleven.
- Door de regen ben ik thuis gebleven.

Me quedé en casa por la lluvia.

- Vanwege de regen ben ik thuis gebleven.
- Door de regen ben ik thuis gebleven.

Me quedé en casa por la lluvia.

Waar zijn ze gebleven? O, nee.

¿Dónde está? ¡No!

Hij is hier een tijdje gebleven.

Él se quedó aquí un rato.

Hoe lang ben je daar gebleven?

¿Cuánto tiempo llevas allí?

We zijn daar drie maanden gebleven.

Hemos permanecido allí por tres meses.

Waar is al het brood gebleven?

- ¿Dónde quedó todo el pan?
- ¿Dónde fue a parar todo el pan?

Hoe lang bent u daar gebleven?

¿Cuanto tiempo se quedó usted ahí?

We zijn twee weken in Londen gebleven.

- Estuvimos en Londres dos semanas.
- Nos quedamos dos semanas en Londres.

Ik ben de hele dag thuis gebleven.

Yo me quedé en casa todo el día.

- Wie is er gebleven?
- Wie bleef er?

¿Quién se quedó?

Hoe lang zijt ge in Japan gebleven?

¿Cuánto tiempo has permanecido en Japón?

Laten we verdergaan waar we gisteren waren gebleven.

Continuemos ahí donde nos quedamos ayer.

Taro is gedurende drie dagen in Tokyo gebleven.

Taro se quedó tres días en Tokio.

De busprijzen zijn al twee jaar hetzelfde gebleven.

- La tarifa del bus ha sido la misma por dos años.
- La tarifa del bus no ha cambiado en dos años.

Mijn kat is de hele nacht buiten gebleven.

- Mi gato se ha pasado toda la noche fuera.
- Mi gato ha pasado toda la noche fuera.

Ik ben thuis gebleven om uit te rusten.

Me quedé en casa para descansar.

Ga de andere kant om. Waar is hij gebleven?

¡Por el otro lado! ¿A dónde se fue?

Ik ben thuis gebleven, omdat ik zwaar verkouden was.

Me quedé en casa porque me dio un resfriado.

Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?

¿Te quedaste en casa para estudiar para el examen?

Hij zegt dat hij altijd trouw is gebleven aan zijn vrouw.

Dice que siempre le ha sido fiel a su esposa.

Hij is de hele dag thuis gebleven in plaats van uit te gaan.

Él se quedó todo el día en casa en lugar de salir.

- We verbleven in Hawaï met Kerstmis.
- We zijn met Kerstmis in Hawaï gebleven.

Pasamos la Navidad en Hawái.

Ik ben heel de dag in bed gebleven in plaats van te gaan werken.

Me quedé todo el día en la cama en lugar de ir a trabajar.