Translation of "Ben" in Spanish

0.009 sec.

Examples of using "Ben" in a sentence and their spanish translations:

- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.
- Ik ben uitgeput.
- Ik ben bekaf.

- Estoy muy cansado.
- Estoy exhausto.
- Estoy agotado.

Ik ben wie ik ben.

Soy lo que soy.

- Ben je vrijgezel?
- Ben je alleenstaand?
- Ben je single?

¿Estás soltero?

- Ik ben ongehuwd.
- Ik ben vrijgezel.
- Ik ben single.

- Yo soy soltera.
- Yo soy soltero.
- Estoy soltero.
- Soy soltero.
- Soy soltera.

- Ik ben arts.
- Ik ben geneesheer.
- Ik ben dokter.

- Soy médico.
- Soy doctor.

- Ik ben arts.
- Ik ben geneesheer.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.

- Soy médico.
- Soy médica.

- Ik ben arts.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.

- Soy doctora.
- Soy médico.
- Soy doctor.
- Soy médica.

- Ik ben heel moe.
- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.

- Estoy muy cansado.
- Estoy muy cansada.

- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.

- Estoy casado.
- Estoy casada.
- Soy casado.
- Soy casada.

- Ik ben geschokt.
- Ik ben ontzet.

- Estoy horrorizado.
- Estoy horrorizada.

- Ik ben slaperig!
- Ik ben moe!

¡Tengo sueño!

- Ik ben ziek.
- Ik ben ongezond.

No estoy bien.

- Ik ben Antonio.
- Ik ben Anton.

Yo soy Antonio.

- Ik ben rustig.
- Ik ben kalm.

Estoy tranquila.

- Ik ben vrijgezel.
- Ik ben single.

- Estoy soltero.
- Estoy soltera.
- Soy soltero.
- Soy soltera.

- Ik ben Chinees.
- Ik ben Chinese.

Soy chino.

- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.

Estoy muerta de cansancio.

- Ik ben homo.
- Ik ben gay.

- Soy gay.
- Soy trolo.
- Soy una mujer homosexual.
- Soy homosexual.

- Ik ben Turkse.
- Ik ben Turk.

- Soy turco.
- Soy turca.

- Ik ben Hongaar.
- Ik ben Hongaarse.

- Soy húngaro.
- Soy húngara.

- Ik ben gewond.
- Ik ben gekwetst.

Estoy lesionado.

- Ik ben woedend!
- Ik ben verontwaardigd!

¡Estoy indignada!

- Ben je leerkracht?
- Ben je leraar?

¿Eres profesor?

- Ben je lerares?
- Ben je leerkracht?

- ¿Eres profesor?
- ¿Eres profesora?

- Ik ben nerveus.
- Ik ben zenuwachtig.

- Estoy nervioso.
- Yo estoy nervioso.

- Ik ben nieuwsgierig.
- Ik ben benieuwd.

- Tengo curiosidad.
- Yo estoy curioso.

- Ik ben online.
- Ik ben verbonden.

Estoy en línea.

- Ben je blij?
- Ben je gelukkig?

- ¿Estás feliz?
- ¿Eres feliz?
- ¿Es usted feliz?

- Ik ben blut.
- Ik ben platzak.

- Estoy quebrado.
- Estoy sin un duro.
- No tengo plata.

- Ik ben moe.
- Ik ben moe!

¡Estoy cansado!

- Ik ben vrij.
- Ik ben vrij!

- Yo soy libre.
- Estoy libre.

- Ik ben gelukkig.
- Ik ben blij.

- Estoy contento.
- ¡Soy feliz!
- ¡Estoy feliz!
- Yo estoy contento.

- Ik ben verpleegster.
- Ik ben verpleegkundige.

Soy enfermera.

- Ik ben verpleegkundige.
- Ik ben verpleger.

Soy enfermero.

- Ik ben Mexicaan.
- Ik ben Mexicaanse.

Soy mexicano.

- Ben je uitgeput?
- Ben je bekaf?

¿Estás agotado?

- Ik ben lang.
- Ik ben belangrijk.

- Soy alto.
- Yo soy importante.
- Soy grande.

- Ik ben uitgeput.
- Ik ben bekaf.

Estoy agotado.

- Ik ben Armeens.
- Ik ben Armeniër.

- Soy armenio.
- Yo soy armenio.

- Ik ben dapper.
- Ik ben moedig.

Soy valiente.

- Ik ben landbouwer.
- Ik ben boer.

Soy granjero.

- Ik ben Braziliaanse.
- Ik ben Braziliaan.

- Soy brasileño.
- Soy brasileña.
- Soy brasilero.
- Soy brasilera.

- Ik ben professor.
- Ik ben leraar.

Yo soy profesor.

- Ik ben het.
- Dat ben ik.

Soy yo.

- Ben je vrijgezel?
- Ben je alleenstaand?

- ¿Estás soltero?
- ¿Está soltera?

- Ik ben biologe.
- Ik ben bioloog.

Soy biólogo.

- Ik ben weggelopen.
- Ik ben gevlucht.

Huí.

- Ik ben Amerikaans.
- Ik ben Amerikaan.

Soy americano.

- Ben je Andalusiër?
- Ben je Andaloesiër?

¿Eres andaluz?

- Ik ben gedeprimeerd.
- Ik ben depressief.

- Estoy deprimido.
- Estoy deprimida.

- Ik ben koppig.
- Ik ben eigenwijs.

Soy terco.

- Ik ben verbijsterd.
- Ik ben verbaasd.

Estoy asombrada.

- Ik ben Russische.
- Ik ben Russin.

Soy rusa.

- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."

- "¿Qué edad tienes?" - "Tengo dieciséis años."
- "¿Cuántos años tienes?" - "Tengo dieciséis años."

- Ik ben van de politie.
- Ik ben politieman.
- Ik ben een flik.
- Ik ben politieagent.

- Soy policía.
- Yo soy policía.

Ik ben.

Soy.

- Ik ben wat aangekomen.
- Ik ben dikker geworden.
- Ik ben bijgekomen.

- He subido de peso.
- He ganado peso.

- Ik ben dikker geworden.
- Ik ben aangekomen.
- Ik ben zwaarder geworden.

He ganado peso.

- Ik ben een buitenlander.
- Ik ben een vreemdeling.
- Ik ben buitenlander.

Soy extranjero.

- "Hou oud ben je?" "Zestien."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."

- "¿Qué edad tienes?" - "Tengo dieciséis años."
- "¿Cuántos años tienes?" - "Tengo dieciséis años."

- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
- Ik ben achttien jaar.
- Ik ben achttien.

- Tengo dieciocho años.
- Yo tengo 18 años.

- Ik ben vertaler.
- Ik ben een vertaler.

- Soy traductor.
- Soy un traductor.

- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.

- Estoy embarazada.
- Estoy embarazado.

- Ik ben student.
- Ik ben een student.

Soy estudiante.