Translation of "Job" in French

0.005 sec.

Examples of using "Job" in a sentence and their french translations:

Deze job betaalt goed.

Ce travail paie bien.

Ik heb mijn job opgegeven.

- J'ai quitté mon boulot.
- J'ai laissé tomber mon poste.

Tom heeft een ingewikkelde job.

- Tom a un travail compliqué.
- Tom a un boulot compliqué.
- Tom a un job compliqué.

Ik hou van mijn nieuwe job.

Mon nouveau travail me plaît.

Bill heeft een parttime job om een auto te kunnen kopen.

Bill a un travail à mi-temps pour pouvoir acheter une voiture.

Een ding is zeker: zijn job zou ik niet willen hebben.

Je peux te dire une chose : Je n'aimerais pas avoir son travail.

- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.

Mais il avait besoin d'un boulot.

Want het kind kan geen job vinden als het die taal spreekt.

Car l'enfant ne trouvera pas d'emploi s'il parle cette langue.

- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.

Mais il avait besoin d'un boulot.

- Deze job betaalt goed.
- Dit werk betaalt goed.
- Deze baan betaalt goed.

Ce travail paie bien.

Het maakt het moeilijker om te focussen en om een job te behouden

Ça rend compliqué de se concentrer, et de conserver un emploi,

Misschien is het mijn job om te luisteren naar wat het universum me toont

Peut-être que mon travail, c'est plutôt d'écouter ce que l'univers me montre

- Deze baan betaalt niet goed.
- Deze job betaalt niet goed.
- Dit werk betaalt niet goed.

Ce travail paie mal.

- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.

Mais il avait besoin d'un boulot.

- Hij nam de gelegenheid te baat om een job te krijgen.
- Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.

Il a saisi l'opportunité d'obtenir un emploi.

- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij een job kon vinden.
- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij wat werk kon vinden.

Tom est venu à Boston dans l'espoir d'y trouver un travail.