Translation of "Van" in French

0.018 sec.

Examples of using "Van" in a sentence and their french translations:

- Geniet van de rest van het weekeind!
- Geniet van de rest van het weekend!

Bonne fin de week-end!

van een bron van vrede en een bron van geluk

une source de paix et de bonheur

van allerlei mensen van alle leeftijden.

de toutes sortes de personnes de tous âges.

We verschillen van karakter, van cultuur,

On diffère par notre personnalité, notre culture,

...van een van de ultieme nachtrovers.

qui appartient à l'un des prédateurs suprêmes de la nuit.

Drie van deze zijn van mij.

Il y en a trois à moi.

Van spektakel...

Un monde de spectacle...

- Ik hield van haar.
- Ik hield van hem.
- Ik hield van u.
- Hij hield van haar.
- Zij hield van hem.

Je l'aimais.

- Wat onbeschoft van u!
- Hoe onbeschoft van je!
- Hoe onbeschoft van u!
- Hoe onbeschoft van jullie!

C'est grossier de votre part !

- Ik hou meer van appels dan van sinaasappels.
- Ik houd meer van appels dan van sinaasappels.

Je préfère les pommes aux oranges.

- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.
- Tom houdt van jullie.
- Tom houdt van u.

- Tom t'aime.
- Tom vous aime.

van die vrede die van binnen komt.

cette paix venant de l'intérieur.

Een van de voordelen van volwassen worden.

C'est l'un des avantages de grandir.

Een witte bepleiter van vrijheid van meningsuiting,

une partisane blanche de la liberté d'expression,

Zelfs van een afstand van 380.000 kilometer...

Même à 380 000 km de distance,

Welke van deze rackets is van jou?

Laquelle de ces raquettes est la tienne ?

Ik hou van muziek en van Engels.

J’aime la musique et l’anglais.

Hou je van honden of van katten?

- Préfères-tu les chats ou les chiens ?
- Tu préfères les chats ou les chiens ?

Ik hou van de smaak van watermeloen.

J’aime le goût des pastèques.

Ze houdt van Tom, niet van mij.

Elle aime Tom, pas moi.

Veel van de arbeiders stierven van honger.

Beaucoup des ouvriers moururent de faim.

Niets van het geld is van u.

Rien de cet argent n'est à vous.

De meeste van deze zijn van mij.

Il y en a la plupart à moi.

Een paar van deze zijn van mij.

- Il y en a quelques-uns à moi.
- Il y en a quelques-unes à moi.

Geen enkele van deze is van mij.

- Il n'y en a aucun à moi.
- Il n'y en a aucune à moi.

- Je houdt van fruit.
- U houdt van fruit.
- Jullie houden van fruit.

- Vous aimez les fruits.
- Tu aimes les fruits.
- Vous goûtez les fruits.
- Tu goûtes les fruits.

- Waar hou je van?
- Waar houdt u van?
- Waar houden jullie van?

- Qu'est-ce que tu aimes bien ?
- Qu'aimes-tu ?
- Qu'apprécies-tu ?

- Het is van jou?
- Het is van u?
- Het is van jullie?

- Est-ce à toi ?
- Est-ce à vous ?
- Vous appartient-il ?
- Est-ce le vôtre ?
- Est-ce le tien ?
- Est-ce la tienne ?
- Est-ce la vôtre ?

Van welke kleur hou je het meest? Van blauw of van rood?

Quelle couleur est-ce que tu préfères ? Le bleu ou le rouge ?

Verslaving is een van de problemen van de jeugd van deze tijd.

La manie est un des problèmes de la jeunesse actuelle.

- Ik hou van grappen.
- Ik hou van grapjes.
- Ik hou van moppen.

- J'adore les blagues.
- J'adore les plaisanteries.

- Ik walg van je.
- Ik walg van u.
- Ik walg van jullie.

- Tu me dégoûtes.
- Vous me dégoutez.

- Ik hield van haar.
- Ik hield van hem.
- Ik hield van u.

- Je l'aimais.
- Je l'ai aimé.

- Je hield van chocolade.
- U hield van chocolade.
- Jullie hielden van chocolade.

- Tu adorais le chocolat.
- Vous raffoliez du chocolat.

- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.

Il aime les sucreries.

- Hoe onbeschoft van je!
- Hoe onbeschoft van u!
- Hoe onbeschoft van jullie!

C'est grossier de votre part !

- Hou je van sneeuw?
- Houdt u van sneeuw?
- Houden jullie van sneeuw?

Aimez-vous la neige ?

- Houdt u van zalm?
- Hou je van zalm?
- Houden jullie van zalm?

- Aimes-tu le saumon ?
- Est-ce que tu aimes le saumon ?
- Aimez-vous le saumon ?
- Est-ce que vous aimez le saumon ?

- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?

- Aimez-vous danser ?
- Aimez-vous danser ?
- Aimes-tu danser ?

- Iedereen houdt van patat.
- Iedereen houdt van friet.
- Iedereen houdt van frietjes.

Tout le monde aime les frites.

- Amerika houdt van je.
- Amerika houdt van u.
- Amerika houdt van jullie.

- L'Amérique t'aime.
- L'Amérique vous aime.

- Houdt u van wijn?
- Hou je van wijn?
- Houden jullie van wijn?

Aimez-vous le vin ?

- Hou je van koffie?
- Houdt u van koffie?
- Houden jullie van koffie?

- Aimez-vous le café ?
- Aimes-tu le café ?
- Tu aimes le café ?
- Tu kiffes le café ?

- Hou je van gummiberen?
- Houdt u van gummiberen?
- Houden jullie van gummiberen?

- Aimes-tu les oursons en gélatine ?
- Aimez-vous les oursons en gélatine ?

- Ik hou van je.
- Ik hou van je!
- Ik hou van jou.

- Je t'aime !
- Je t'aime.

- Ik hou van talen.
- Ik hou van talen!
- Ik houd van talen!

J'aime les langues.

- Jij houdt van koffie.
- U houdt van koffie.
- Jullie houden van koffie.

Tu aimes le café.

- Ik hou van bonbons.
- Ik hou van snoepjes.
- Ik hou van snoep.

- J'aime les sucreries.
- J'aime les bonbons.

- Hou je van bowlen?
- Houden jullie van bowlen?
- Houdt u van bowlen?

- Tu aimes le bowling ?
- Vous aimez le bowling ?

- Hou je van koken?
- Houdt u van koken?
- Houden jullie van koken?

- Aimez-vous faire la cuisine?
- Aimes-tu faire la cuisine ?

- Hou jij van aardbeien?
- Houdt u van aardbeien?
- Houden jullie van aardbeien?

Aimez-vous les fraises ?

- Hou je van thee?
- Houdt u van thee?
- Houden jullie van thee?

- Aimes-tu le thé ?
- Aimez-vous le thé?
- Aimes-tu le thé?

- Ik hou van patat.
- Ik hou van friet.
- Ik hou van frietjes.

J'aime les frites.

- Ik hou van je!
- Ik hou van jou!
- Ik hou van u!

Je t'aime !

- Je beschuldigde haar van het stelen van de fiets.
- Jullie beschuldigden haar van het stelen van de fiets.

- Vous l'avez accusée d'avoir volé le vélo.
- Vous l'avez accusée du vol de la bicyclette.
- Tu l'as accusée d'avoir volé le vélo.
- Tu l'as accusée du vol de la bicyclette.

Een van de belangrijkste taken van de politie is het vatten van dieven.

Une des fonctions importantes d'un policier est d'attraper les voleurs.

- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
- Zij houdt erg van vissen.

Il adore pêcher.

van levende dieren die afstammen van de dinosauriërs.

des espèces vivantes qui descendent des dinosaures sur l'arbre évolutif.

Het bovenste gedeelte van de longen van dinosauriërs

Cela veut dire que la partie supérieure des poumons des dinosaures

Van steen naar hamer, van mens naar mummie,

De la pierre au marteau, de l'homme à la momie,

Onze vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging,

Notre liberté de parole, notre liberté d'association,

In deze visualisatie van een van mijn simulaties

Dans cette représentation d'une de mes simulations,

Tegenwoordig spreekt de Minister van Gezondheid van Noorwegen

Aujourd'hui, le ministre norvégien de la santé

Geopereerd met behulp van licht van reflecterende oppervlakken.

à opérer à partir de la lumière provenant de surfaces réfléchissantes. »

De zoon van Napoleon, de hertog van Reichstadt.

du fils de Napoléon, le duc de Reichstadt.

Ik hou meer van zomervakantie dan van school.

Je préfère les vacances d'été à l'école.

- Hou je van mij?
- Hou je van me?

- M'aimes-tu ?
- Est-ce que tu m'aimes ?
- M'aimez-vous ?
- Tu m'aimes ?
- Est-ce que tu m'aimes ?

- Houd je van films?
- Hou je van films?

Aimes-tu les films ?

- Ik hield van haar.
- Ik hield van hem.

- Je l'aimais.
- Je l'ai aimé.

- Ik hou van honkbal.
- Ik hou van baseball.

J'aime le baseball.

Ik houd meer van bananen dan van appelen.

J'aime plus les bananes que les pommes.

Ik hou niet van de smaak van tomaten.

Je n'aime pas la saveur des tomates.

- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.

- Il adore pêcher.
- Il aime pêcher.

- Linda houdt van chocolade.
- Linda houdt van chocola.

Linda adore le chocolat.

- Ik hou van mahjongg.
- Ik hou van mahjong.

J'aime le mah-jong.

- Ze houdt van katten.
- Zij houdt van katten.

Elle adore les chats.

- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?

- Aimez-vous danser ?
- Aimez-vous danser ?

- Ik hou van je.
- Ik hou van jou.

Je t'aime.

- Ik hou van paarden.
- Ik houd van paarden.

J'adore les chevaux.

- Ik houd van astronomie.
- Ik hou van astronomie.

J'adore l'astronomie.

- Niemand houdt van mij.
- Niemand houdt van me.

Personne ne m'aime.

Een deel van dit land is van mij.

Une partie de ce terrain est à moi.

Ik hou meer van rijst dan van brood.

J'aime le riz davantage que le pain.

- Ik hield van je.
- Ik hield van jullie.

- Je t'aimais.
- Je t'ai aimé.
- Je t'ai aimée.
- Je vous aimais.

- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.

- Ils nous aiment.
- Elles nous aiment.

- Ik hou van spelletjes.
- Ik hou van games.

J'adore les jeux.

- Geniet van je avond.
- Geniet van uw avond.

- Passez une bonne soirée !
- Passe une bonne soirée !