Translation of "Jacht" in French

Ik bezit een jacht.

Je possède un bateau de plaisance.

Een mannetjespoema, ook op jacht.

Un puma mâle, lui aussi en chasse.

Dit jacht is erg duur.

Ce yacht est très onéreux.

Je mag mijn jacht gebruiken.

Tu peux utiliser mon yacht.

Ik was op jacht naar vlinders.

J'ai été à la chasse aux papillons.

Tom kan zich geen jacht veroorloven.

Tom ne peut pas se payer un yacht.

Een leeuwin en haar groep van 13 zijn op jacht.

Une lionne et sa troupe de 13 individus partent à la chasse.

Maar het geluid van de jacht reist ver door de koele nachtlucht.

Mais le bruit de la chasse se propage loin dans l'air nocturne.