Examples of using "Silahı" in a sentence and their dutch translations:
Wapen neer!
Geef het wapen aan mij!
Wie heeft het wapen?
We hebben het wapen nog niet gevonden.
De tong van een vrouw is haar zwaard.
- Leg het geweer op de tafel.
- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.
Hij heeft een pistool.
Geef me dat wapen.
Ze hebben geen wapens.
Tom had een geweer.
En ze legde het geweer neer en liep weg.
Had Tom een wapen?
Tom zegt dat hij een geheim wapen heeft.
- Tom vertelde Maria dat hij een vuurwapen had.
- Tom vertelde Maria dat hij een pistool had.
- Tom vertelde Maria dat hij een geweer had.
- Sami kocht een stungun.
- Sami heeft een stungun gekocht.
Het geheime wapen van de luiaard is een maag met vier kamers