Examples of using "Ver" in a sentence and their dutch translations:
- Antwoord.
- Reageer.
Geef thee.
Adem uit.
Geef mij het nummer.
- Geef me jouw tas.
- Geef me uw tas.
- Geef me jullie tas.
Geef me de slippers! Hé! Geef ze aan mij!
Geef me er een paar.
Geef me je geld.
- Geef het op!
- Geef het op.
- Geef antwoord.
- Antwoord me dit.
Geef dit aan Ramu!
- Jij beslist.
- Jij bepaalt.
- U bepaalt.
- U beslist.
- Jullie bepalen.
- Jullie beslissen.
Geef het wapen aan mij!
- Laat mij eens proberen.
- Laat mij het proberen.
- Geef me de sleutel.
- Geeft u me de sleutel.
- Schiet terug.
- Terugschieten!
- Vuur terug.
Geef antwoord!
- Geef me het koffertje eens aan.
- Geef me de aktentas eens aan.
- Beslis zelf!
- Bepaal zelf!
- Besluit zelf!
Geef mij water.
Geef me je hand.
Geef me een beetje.
Geef het aan mij.
Geef Tom zijn sleutels.
Geef me je zaklamp.
Geef me de wijn.
Geef me mijn bier.
Geef ze hem.
Laat mij spreken.
Geef mij het potlood.
Geef mij uw wapens.
Laat ons gaan.
Geef Tom antwoord.
Neem een beslissing!
Geef me de schroevendraaier.
Geef haar alles.
Geef ze antwoord.
Geef het terug!
Geef me de helft.
Geef het aan hen.
Antwoord in het Engels.
Geef een voorbeeld.
Laat me blijven.
Geef me de olijfolie.
Besluit zelf!
- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.
- Opzij!
- Uit de weg!
- Lazer op!
- Maak plaats!
Laat hem dat doen.
Je moet me fosfor geven.'
Laat mij u feliciteren met uw succes.
Geef mij een beetje melk.
Geef het aan wie je wilt.
Zeg het me rechtuit.
Laat me binnen alsjeblieft!
Geef het mij, alstublieft.
- Geef antwoord, alsjeblieft.
- Antwoord me, alsjeblieft.
Sta me toe je tegen te spreken.
Laat me binnen.
- Laat me je tong zien.
- Laat me uw tong zien.
Neem de telefoon op, alsjeblieft.
- Geef me een tip.
- Geef me wat drinkgeld.
- Geef me een fooi.
Geef me een hint.
- Geef me een kans!
- Geef mij een kans.
- Geef mij uw telefoonnummer.
- Geef me je telefoonnummer.
Laat me uitspreken.
Geef mij een voorbeeld.
Laat hem dat doen.
Laat mij mijn advocaat opbellen.
Geef me honderd dollar.
- Geef Tom een kus.
- Geef Tom een zoen.
Geef ons een minuutje.
Laat Tom gaan.
Sla het over.
Geef ons eerst een antwoord.
Geef me een sinaasappel.
Geef me een lolly!
Geef me een hamer.
Geef me een kus.
Geef deze snoep aan het kind.
Geef me mijn boek terug.
Laat mij uw bloeddruk meten.
Alsjeblieft, geef mij water!
Geef me een klein ijsje.