Examples of using "Koy" in a sentence and their dutch translations:
Leg het neer!
Doe je kleren weg.
Leg het daar.
Leg die hamer neer.
Stop het geld in je zak.
Vul een glas met water.
Leg het boek daar.
Doe de pizza in de oven.
Doe wat water in de vaas.
- Leg het geweer op de tafel.
- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.
- Leg alles in mijn mand.
- Leg alles in mijn korf.
Hang je jas aan een klerenhanger.
- Ga eens in mijn schoenen staan.
- Plaats jezelf in mijn situatie.
Zet uw fiets weg.
Leg het boek op de andere.
- Leg het daar gewoon neer.
- Zet het gewoon daar.
Leg het terug op zijn plaats, alstublieft.
- Leg het boek terug waar het lag.
- Leg het boek terug waar het stond.
- Leg het boek terug waar het was.
Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.
Leg dit boek op de andere.
Zet alsjeblieft de motblik in de bezemkast.
Steek alles in een taxi.
Leg dat boek boven op de andere.
Leg wat ijs op je linkerbeen.
Doe deze sokken in de wasmachine.
- Plaats het spel kaarten op de eiken tafel.
- Leg het spel kaarten op de eiken tafel.
Doe wat saus op de pizza.
Leg je potlood neer en luister.
Pak de kleren in een koffer, alstublieft.
- Ach, zet het gewoon ergens neer.
- Ach, plaats het maar ergens.
Gelieve deze stoelen weg te zetten.
Zet alsjeblieft wat kaarsen op de verjaardagstaart.
Hou uw hand voor uw mond wanneer u hoest, niest of geeuwt.
Leg het op tafel.