Examples of using "Colgó" in a sentence and their dutch translations:
Hij hing zijn jas aan een kapstok.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Ze hing de kalender aan de muur.
Tom hing een kalender aan de muur.
Ze hing het cadeau aan de kerstboom.
Tom belde Maria op om zich te verontschuldigen, maar zij legde de hoorn neer.
En zo hing Dima's vriend uit zijn kindertijd zomaar op, Dima - net als daarvoor - met 99 kopeke te weinig achterlatend.