Examples of using "заботиться" in a sentence and their dutch translations:
We moeten voor onze ouders zorgen.
Iemand verzorgen.
Ze moest haar zus verzorgen.
Je moet voor je dierbaren zorgen.
- Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen.
- Je moet voor je zieke moeder zorgen.
We hebben families waar we voor moeten zorgen.
Als ik zou overlijden, wie zou er dan voor mijn kinderen zorgen?
De hoeveelheid aan prooi maakt dit een ideaal trainingsgebied... ...voor een jonge jaguar die voor zichzelf moet zorgen.
Wie zal er voor de kinderen zorgen?
Omdat de overheid zijn plicht niet doet, hebben wij een vereniging opgericht die zorg moet dragen voor de veiligheid van de burgers.
- Ik zal voor mijn ouders zorgen als ze oud worden.
- Ik zorg voor mijn ouders als ze oud worden.
- Zou je zolang ik weg ben voor mijn hondje willen zorgen?
- Zou u tijdens mijn afwezigheid voor mijn hond kunnen zorgen?
Ik beloof dat ik goed voor je hond zal zorgen.