Examples of using "больной" in a sentence and their dutch translations:
Je bent ziek!
die óf ziek óf gezond aangeeft,
De hond ziet er ziek uit.
- Je ziet er ziek uit.
- U ziet er ziek uit.
- Jullie zien er ziek uit.
Ze voelde zich ziek.
Ze voelde zich ziek.
Tom ligt ziek in bed.
- Is jouw schedel gebroken?
- Is uw schedel gebroken?
Ze zorgt voor haar zieke moeder.
Ze zorgt voor haar zieke moeder.
Ze zorgt voor haar zieke moeder.
Ondanks dat hij ziek was ging de jongen toch naar school.
Tom is ziek.
De patiënt is buiten bewustzijn.
De zieke zweeft tussen leven en dood.
Ze verzorgde haar zieke moeder.
Hier zit de slechte kies die getrokken moet worden.
Ze zorgt voor haar zieke moeder.
Hij is ziek.
- Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen.
- Je moet voor je zieke moeder zorgen.
- U bent ziek!
- Je bent ziek!
Zij deed alsof ze ziek was.
Afgelopen zondag lag Tom ziek op bed.
Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.
Ik voel me niet ziek.
Hij was erg oud en ziek.
- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?
- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?
- Bent u gek geworden?