Examples of using "Mochila" in a sentence and their dutch translations:
Van wie is die rugzak?
Deze blauwe rugzak is zwaar.
Mijn tas is heel zwaar.
Waar heb je je rugzak gekocht?
Ze draagt een rugzak op haar rug.
Toms rugzak is naast de deur.
...die benieuwd is wat er precies in de rugzak van deze bezoeker zit.
Zelfs de rugzak werkt. Door erop te liggen.
Of misschien doen we een paar bladeren en takken in de rugzak... ...om er wat minder als een mens uit te zien.
Het kan beter, kijk. Gebruik de droogzak in plaats van de rugzak.
Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.
Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.