Examples of using "Manda" in a sentence and their dutch translations:
- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Wegwezen.
- Donder op.
Jij bent de dokter.
Wie beveelt de tijd?
Nu is ze de baas.
Ik ben de baas, niet mijn vrouw. Je bent de baas niet, schat.
- Rot op.
- Wegwezen.
- Donder op.
- Hoepel op.
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Maak dat je wegkomt!
- Opzij.
- Opschuiven.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.
Laat hem zien wie de baas is!
- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Ga toch weg!
Geld regeert de wereld.
- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Lazer op!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.
Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!