Examples of using "Fará" in a sentence and their dutch translations:
Het zou je goed doen om hem te verlaten.
Wat ga je doen?
Dit is zijn laatste handeling.
Morgen wordt ze vijfenzestig jaar.
Wie geld heeft, doet wat hij wil.
Het gaat vrij koud worden.
De premier houdt morgen een persconferentie.
Wat zal je doen wanneer je volwassen bent?
Hoe meer je nu doet, hoe minder je morgen hebt te doen.
Tom zei dat hij dat in zijn eentje gaat doen.
Je kunt er wel spijt van hebben, maar daar schiet je nu niets mee op.
Een beetje moeite doen, kan geen kwaad.