Examples of using "Anos" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben veertien jaar oud.
Jaren gingen voorbij.
- "Hou oud ben je?" "Zestien."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."
Ik ben achttien jaar oud.
Ik ben dertig jaar oud.
Hoe oud ben je? Ik ben zesentwintig.
"Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hou oud ben je?" "Zestien."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."
Ik ben 25 jaar oud.
"Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."
Veertig jaar zijn voorbij.
- Hij is acht.
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Ben je 17?
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Negen jaar geleden.
Ik ben zestien jaar oud.
Ik ben dertig jaar oud.
Ik ben 27 jaar oud.
- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
- Ik ben achttien jaar.
- Ik ben achttien.
Ik ben veertig.
Ik ben 24.
Ik ben 25 jaar oud.
Ik ben 19 jaar.
Ze bleven jarenlang tegen de indringers vechten.
Ik ben nu 30.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Tom is dertig jaar oud.
Ik ben acht jaar geleden getrouwd.
We zijn zeven jaar geleden getrouwd.
Hij is drie jaar geleden overleden.
Hij stierf vijf jaar geleden.
Hij is acht.
Ik ben getrouwd toen ik 19 was.
Ik ben nu 30.
Ze is vijf jaar.
Ook ik ben zeventien.
Zij is twintig jaar oud.
Hoe oud is het universum?
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Ook ik ben zeventien.
Ik heb twee afschuwelijke jaren doorgemaakt.
Veertig jaar zijn voorbij.
- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
- Tom is dertig jaar oud.
- Tom is 30 jaar oud.
Veertig jaar zijn voorbij.
Hoe oud zijn jullie?
Vandaag word ik vier jaar.
Hoe oud ben je?
Ze is vijf jaar.
Helen is zeventien jaar oud.
Hij is acht.
- Hij is acht.
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Hoe oud is hij?
Hoe oud ben ik?
Muriel is twintig jaar oud.
Ik ben nu dertig.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Hij is 100 jaar oud.
Ze is 100 jaar oud.
Ben je tien jaar?
Zijn auto is twee jaar oud.